Volg ons op YouTube

De goede strijd

De goede strijd.

‘Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen, 1 Tim. 6:12.’

De vorige keer hebben wij stilgestaan bij het gekruisigde leven. De diepe les die Romeinen 6 ons leert is niets anders dan de wetenschap dat wij met Christus gekruisigd zijn, Zijn dood werd de dood van ons eigen ik, en Zijn opstanding werd ons nieuwe leven. ‘Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons Gods, Die mij liefgehad heeft en Zichzelven voor mij overgegeven heeft, Gal. 2:20.’ In Christus zijn wij meer dan overwinnaars. Het geloof doet ons overwinnen. Wat een heerlijke wetenschap om niet meer te hoeven denken zoals de wereld denkt. Nu geen psychologische etiketten, geen dure verslavingsbenamingen, geen handvatten voor een beter sociaal leven of ingewikkelde theorieën over positief denken. Nee, de volkomen overwinning in Christus Jezus onze Heere. Hij is onze hoop en ons oog is gericht op Hem. Wij hebben alles in Hem gevonden.

In Christus zijn wij meer dan overwinnaars. Is dat niet bijzonder? In de wereld kunt u op z’n hoogst de overwinnaar zijn, maar in het nieuwe leven zijn wij meer dan overwinnaars. En dat niet uit ons maar omdat wij in Hem zijn, dat is het hele geheim. In Christus Jezus ligt onze kracht en in Hem alleen hebben wij het nieuwe leven. “Maar,” zegt u, “Paulus spreekt toch ook over het strijden van de goede strijd en het afleggen van de ouden mens? ” ‘Te weten dat gij zoudt afleggen, aangaande den vorigen wandel, den ouden mens, die verdorven wordt door de begeerlijkheden der verleiding, En dat gij zoudt vernieuwd worden in den geest uws gemoeds, En den nieuwen mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid, Ef. 4:22-24.’ Paulus, door de Heilige Geest geleid, leert ons om de nieuwe mens aan te doen. Eigenlijk is dit hetzelfde als het kruisigen van het vlees. ‘Maar die van Christus zijn, hebben het vlees gekruist met de bewegingen en begeerlijkheden, Gal. 5:24.’ Hier spreekt Paulus over een voltooid werk. Tegelijk weten we vanuit het Woord van God dat Paulus ook spreekt over een voortdurend werk; ‘werkt uws zelfs zaligheid met vreze en beven; Want het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen, Filip. 2:12b,13.’ De gelovige, die mag rusten in het volmaakt volbrachte werk van Christus, wordt hier als het ware aangespoord om de zaligheid uit te werken. De heiligmaking is het proces waarin de mens meer en meer veranderd naar het beeld van de Heere Jezus en dat door de krachtige werking van Gods Geest in de gelovige.

Het is niet onze actieve daad, maar het rusten in Christus, dat ons verandert naar Zijn beeld. Maria, de zus van Lazarus zat aan de voeten van de Heere Jezus, terwijl haar zuster hard aan het werk was en Jezus sprak tot Martha: ‘Martha, Martha, gij bekommert en ontrust u over vele dingen;

Maar één ding is nodig; doch Maria heeft het goede deel uitgekozen, hetwelk van haar niet zal weggenomen worden, Luk. 10:40b,41.’ Het is een zitten aan de voeten van de Heere Jezus, om naar Hem te luisteren en het gehoorde door het werk van de Heilige Geest in praktijk te brengen. Maar, is er dan helemaal geen activiteit van ons bij? Natuurlijk, het leven met de Heere vraagt om radicale keuzes. Als wij Hem liefhebben, dan haten wij dat wat de wereld ons biedt en ons wegtrekt bij Zijn heerlijkheid. Vanuit de wetenschap in Christus te zijn en in Hem de overwinning te hebben, maken wij keuzes naar Zijn Woord. Wij luisteren niet meer naar ons vlees maar willen wandelen naar de Geest.

‘Ik loop dan alzo, niet als op het onzekere; ik kamp alzo, niet als de lucht slaande; Maar ik bedwing mijn lichaam en breng het tot dienstbaarheid, opdat ik niet enigszins, daar ik anderen gepredikt heb, zelf verwerpelijk worde, 1 Kor. 9:26,27.’ Ons oog is op de Heere Jezus gericht, Hij is ons doel en wij slaan niet zomaar doelloos in de lucht maar weten ons lichaam te bedwingen om Gods Woord te gehoorzamen. Denk aan de verleidingen die op ons afkomen. Wat doen wij er mee? Luisteren wij naar de begeerten van ons vlees of weten wij ons lichaam te bedwingen? Zijn wij sterk genoeg om te genieten van dat wat God ons geeft of raken wij stuurloos doordat ons vlees sterker is dan de geest? ‘En ik zeg: Wandelt door den Geest, en volbrengt de begeerlijkheid des vleses niet, Gal. 5:16.’

In 1 Korinthe 10 lezen we over het volk Israël dat ons ten voorbeeld is gesteld. Heel het volk is uit Egypte uitgeleid, allen zijn zij door de rode zee getrokken, hebben hetzelfde geestelijke voedsel gegeten en gedronken uit de geestelijke steenrots. Toch zijn de meesten van hen gestorven in de woestijn omdat zij ongehoorzaam zijn geweest aan de Heere God. Het volk heeft in de woestijn de afgoden gediend, zij dansten rond een gouden kalf en er stierven er op één dag drie en twintig duizend. Vandaag kunnen wij denken dat deze waarschuwingen achterhaald zijn maar wij, die leven in het einde der dagen, worden gewaarschuwd: ‘Zo dan, die meent te staan, zie toe dat hij niet valle, 1 Kor. 10:12.’ Sinds 1980 hebben wij in Nederland het Gouden Kalf. Heel de Nederlandse filmindustrie draait om het Gouden Kalf en wie van ons blijft staande omdat Gods liefde ons hart vervult heeft? Denk aan de hele wereld van Hollywood, dat sinds 1929 draait rond het gouden beeld. Sadrach, Mesach en Abednego wilden niet buigen voor het beeld dat stond opgericht (Dan. 3) maar ik heb gebogen. Ik was blind voor de verleiding van satan en werd meegezogen in het zo onschuldig lijkend vermaak, dat niets anders is dan een gif wat onze denkwereld bederft. Durven wij te staan voor Gods Waarheid en nemen wij afstand van de afgoderij van deze wereld? Of zijn wij te zwak en hebben wij niet met Paulus ons lichaam in bedwang? Het is zo verleidelijk om even onderuit te zakken, alles te vergeten en te genieten van de zonden die over het scherm rollen. Maar o wat een duisternis halen wij over onze ziel. God kan geen gemeenschap hebben met de zonde en hoe kan het nieuwe leven dan genieten van dat wat scheiding brengt tussen God en onze ziel?

Het is een geestelijke strijd, de boze weet maar al te goed onze zwakke plekken te raken. ‘Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet mijns gemoeds, en mij gevangenneemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is, Rom. 7:23.’ En daarom is het zo noodzakelijk dat wij zitten aan de voeten van de Heere Jezus. Daar leren wij de geheimen van het nieuwe leven en weten wij door genade staande te blijven. ‘Want wij hebben den strijd niet tegen vlees en bloed, maar tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld der duisternis dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden in de lucht, Ef. 6:12.’ De satan gaat rond als een brullende leeuw en hij zoekt wie hij verslinden kan. Ons wapen is de gemeenschap met God de Vader door de Heere Jezus Christus. Als ons hart vol is van Gods liefde dan is er geen enkele liefde tot de zonden en kan satan geen vat op ons krijgen. Misschien maakt dat de strijd wel uit. Aan de voeten van de Heere Jezus staan wij in de vrijheid en hebben wij de overwinning maar hoe vaak verlaten wij deze plaats! ‘Strijd den goeden strijd des geloofs, grijp naar het eeuwige leven, tot hetwelk gij ook geroepen zijt, en de goede belijdenis beleden hebt voor vele getuigen, 1 Tim. 6:12.’

Het is in die zin een strijd, dat ons vlees zo vaak anders wil dan het Woord van God. Er is een stem die fluistert, je moet wat ontspannen en dan doelt die ontspanning maar al te vaak op iets dat tegen Gods Woord ingaat. En dat wat ingaat tegen Gods Woord is zonde.

Daarom is het zo belangrijk dat wij gefundeerd raken in het Woord van God van de eerste bladzijde tot de laatste. Als iets een gruwel in Gods oog was, dan is het dat nog steeds. Zouden wij ons daar dan schuldig aan maken? De strijd tegen de wereld, de duivel en ons vlees is geen gemakkelijke strijd, het kost zelfverloochening. De moraal van de wereld is een totaal andere moraal dan Gods moraal. Juist als wij gaan leven naar Gods moraal gaan wij opvallen. En dat is iets waar wij een hekel aan hebben, het haalt namelijk de spot en maar al te vaak de haat van de wereld over ons heen. Hoe heerlijk klinken dan de woorden van onze Zaligmaker: ‘Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat gij in Mij vrede hebt. In de wereld zult gij verdrukking hebben; maar hebt goeden moed, Ik heb de wereld overwonnen, Joh. 16:33.’

‘Daarom dan ook, alzo wij zo groot een wolk der getuigen rondom ons hebben liggende, laat ons afleggen allen last en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is, Hebr. 12:1.’ Een grote wolk van getuigen, namelijk van hen die door het geloof hebben overwonnen. Wij worden opgeroepen om ook te staan in het geloof en af te leggen de last en de zonde, die zo gemakkelijk op ons afkomt. De verleiding van de zonde kan er zomaar ineens zijn, zonder dat wij die gezocht hebben. Persoonlijk weet ik dat er in mij geen kracht is, ik probeer te staan maar ik val en daarom kan ik het alleen nog maar van de Heere verwachten. Zo wil ik in afhankelijkheid, lijdzaam de loopbaan lopen. ‘Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods, Hebr. 12:2.’ Zo de loopbaan te lopen met het oog op Jezus, dat is vreugde, dat is de overwinning.

En toch, lieve vrienden, ik weet dat het vallen in de zonde de praktijk is van hen die nooit meer willen zondigen. Zij roepen het uit, wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Het is verschrikkelijk om er steeds weer achter te komen dat ons vlees wint van de geest terwijl wij verlangen om staande te blijven. Het is de verleiding, de begeerte die ons weglokt. ‘Maar een iegelijk wordt verzocht als hij van zijn eigen begeerlijkheid afgetrokken en verlokt wordt.

Daarna de begeerlijkheid, ontvangen hebbende, baart zonde; en de zonde voleindigd zijnde, baart den dood, Jak. 1:14,15.’ De zonde is de dood van ons geestelijke leven maar Gode zij dank, bij Hem is vergeving. En dan aan Zijn voeten mogen wij de vrede weer vinden en zeggen wij met heel ons hart. “Heere ik wil nooit meer zondigen, wees Gij mijn kracht.” Zo leren wij steeds meer in afhankelijkheid van God, ziende op de overste leidsman en Voleinder des geloofs de loopbaan te lopen. Dan gaat ons hart meer en meer roepen: “Kom Heere Jezus, verlos ons van ons zelf en deze zondige wereld.”

Strijd om in te gaan door de enge poort, strijd op de smalle weg, een strijd niet tegen vlees en bloed maar tegen de overheden en de machten in de lucht. Een strijd die wij leren strijden aan de voeten van de Heere Jezus. ‘De HEERE zal voor ulieden strijden, en gij zult stil zijn, Ex. 14:14.’ Zo worden wij alsmaar meer afgebroken van onszelf om meer en meer het beeld van de Heere Jezus te gaan vertonen. Kom vrienden, kent u de kracht van Zijn opstanding? Is deze Jezus uw Zaligmaker. Is Zijn bloed uw verzoening en is Zijn leven uw leven? Strijd dan de goede strijd opdat wij straks met Paulus kunnen zeggen: ‘Ik heb den goeden strijd gestreden, ik heb den loop geëindigd, ik heb het geloof behouden, 2 Tim. 4:7.’

Vertroost, Heer Jezus, onze harten

steeds door uw Geest, die in ons woont;

dan gaan wij blij door strijd en smarten

naar ‘t land, waar U de pelgrim loont.

Uw liefde doe ons meer verlangen

bij U te zijn in heerlijkheid.

Kom dan, o Heer, kom ons ontvangen;

uw komst toch eindigt alle strijd.

Wat zalig lot, U eens te aanschouwen,

daar in uws Vaders heerlijkheid;

U – vaste rots van ons vertrouwen,

U – oorzaak onzer zaligheid.

Hoe zalig is ‘t U aan te hangen,

en U te volgen te allen tijd’.

Kom dan, o Heer, kom ons ontvangen;

uw komst toch eindigt alle strijd.

Ja, kom, zo roepen thans de zijnen

hier van hun aardse pelgrimsbaan.

Dan zal elk leed voor ons verdwijnen,

als wij, Heer Jezus, tot U gaan.

O Heiland, kom, stil ons verlangen,

voleindig onze zaligheid.

Ja, kom, o Heer, kom ons ontvangen,

uw komst toch eindigt alle strijd!


Wilco Vos Veenendaal 29-09-2014