Volg ons op YouTube

De vervulling met de Heilige Geest.

‘…Wordt vervult met den Geest, Efeze 5:18.’

De vorige overdenking hebben we stilgestaan bij de uitstorting van de Heilige Geest op de Pinksterdag, de toespraak van Petrus en de bekering van 3000 mensen die het Woord aannamen en werden gedoopt. We hebben gezien hoe zij de gemeenschap met elkaar zochten en volhardden in de leer van de apostelen. Hun gebeden, lofprijzingen en samenkomsten werden gezegend en door Gods genade werden er dagelijks gelovigen aan de gemeente toegevoegd.

Vandaag leven wij zo’n 2000 jaar na deze wonderlijke uitstorting van de Heilige Geest. Ook vandaag zijn wij als gemeente afhankelijk van het werk van Gods Geest. Al wat niet uit de Geest is, is uit het vlees en dat zal verdwijnen. De Heere Jezus sprak tot Zijn discipelen: ‘Indien gij Mij liefhebt, zo bewaar Mijn geboden. En Ik zal den Vader bidden, en Hij zal u een anderen Trooster geven, opdat Hij bij u blijve in der eeuwigheid; Namelijk den Geest der waarheid…Joh. 14:15-17a.’ De Heere Jezus deed een beroep op de liefde van Zijn discipelen. Hun liefde zou blijken uit hun levenswandel in gehoorzaamheid aan Zijn geboden. Een liefde zonder gehoorzaamheid is geen liefde. ‘Want dit is de liefde Gods, dat wij Zijn geboden bewaren. En Zijn geboden zijn niet zwaar, 1 Joh. 5:3.’ Wij moeten met elkaar diep doordrongen zijn van Gods boodschap die Hij ons in de leer van de apostelen openbaart. De leer van de apostelen is geen andere leer maar een onderwijzing vanuit Gods geboden, de psalmen en profeten waarin wij zien hoe de Christus gekomen is om te lijden en te sterven en Zijn volk zalig te maken van alle zonden. De apostelen openbaren ons de gekruiste Messias als de van God gezondene, de opgestane Levensvorst, Die zit aan Gods rechterhand, vanwaar Hij komt en dan zal alle knie zich voor Hem buigen. Hij zal oordelen de levenden en de doden en Zijn oordeel zal een rechtvaardig oordeel zijn. God zegt dat de ziel die zondigt zal sterven. ‘Zie, alle zielen zijn Mijne; gelijk de ziel des vaders, alzo ook de ziel des zoons zijn Mijne; de ziel die zondigt, die zal sterven, Ezech. 18:4.’ Wat is zonde? Wie van ons zal omschrijven wat zonde is? Een ieder heeft een andere visie en een andere kijk op de zonde maar God zal een rechtvaardig oordeel vellen, gegrond op Zijn visie. ‘Een iegelijk die de zonde doet, die doet ook de ongerechtigheid (wetteloosheid); want de zonde is de ongerechtigheid (wetteloosheid), 1 Joh. 3:5.’ God heeft Zijn wet gegeven en daaruit kennen wij de zonde. Zijn toorn komt over de kinderen der ongehoorzaamheid (Kol. 3:6). En Hij spreekt hen zalig die Zijn geboden doen. ‘Zalig zijn zij die Zijn geboden doen, opdat hun macht zij aan den Boom des levens, en zij door de poorten mogen ingaan in de stad. Maar buiten zullen zijn de honden, en de tovenaars, en de hoereerders, en de doodslagers, en de afgodendienaars, en een iegelijk die de leugen liefheeft en doet, Openb. 22:15.’

Doden zullen horen de stem van de Zone Gods en die ze gehoord hebben zullen leven (Joh. 5:25). Hebben wij Zijn stem gehoord, heeft Hij ons van dood levend gemaakt en vervult Zijn liefde ons hart? Dan mogen wij uitzien naar het uur van Zijn rechtvaardig oordeel, wanneer Zijn stem zal klinken en de doden zullen opstaan. Dan zullen wij uitgaan: ‘die het goede gedaan hebben, tot de opstanding des levens, en die het kwade gedaan hebben, tot de opstanding der verdoemenis, Joh. 5:29.’ Zij die het goede gedaan hebben zullen leven, het goede is het leven uit en door Gods Geest en dat staat haaks op de werken van het vlees. Het bedenken van het vlees is de dood en het bedenken des Geestes is het leven en de vrede; ‘Daarom dat het bedenken des vleses vijandschap is tegen God; want het onderwerpt zich der wet Gods niet; want het kan ook niet, Rom. 8:7.’ Die in het vlees zijn kunnen God niet behagen, alles buiten Christus is dood en waardeloos voor God!

Vrienden, wat een ernstige woorden, laten wij onszelf onderzoeken of wij God liefhebben. Waar gaat ons hart naar uit? Willen wij zelf uitmaken wat goed en slecht is? Willen wij zelf heer en meester zijn over ons leven of hebben wij het verloren en is Jezus de Heere van ons leven? Is het ook onze belijdenis: “Vader niet mijn wil maar Uw wil geschiedde in mijn leven.” Wat een wonder als ons oog is geopend voor de Goddelijke Waarheid: ‘En dit is de getuigenis, namelijk dat ons God het eeuwige leven gegeven heeft; en ditzelve leven is in Zijn Zoon. Die den Zoon heeft, die heeft het leven; die den Zone Gods niet heeft, die heeft het leven niet, 1 Joh. 5:11,12.’ Zo te buigen voor God de almachtige in de wetenschap dat Hij een heilig en rechtvaardig God is Die alleen gemeenschap met ons kan hebben door het offer van Zijn Zoon. Zonde en schuld maken het onmogelijk om voor Zijn heilig oog te bestaan maar o wonder van genade, er is leven, eeuwig leven voor allen die zien op Jezus, rusten op Zijn volbrachte werk en wandelen zoals Hij gewandeld heeft. ‘En hieraan kennen wij dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren. Die daar zegt: Ik ken Hem, en Zijn geboden niet bewaart, die is een leugenaar, en in dien is de waarheid niet; Maar zo wie Zijn Woord bewaart, in dien is waarlijk de liefde Gods volmaakt geworden; hieraan kennen wij dat wij in Hem zijn. Die zegt dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen gelijk Hij gewandeld heeft, 1 Joh. 2:3-6.’

Als u moet bekennen dat uw hart niet gericht is op God en Zijn liefde niet uw hart vervuld, dan moet u eerlijk zijn tegenover uzelf en God. U bent dood in zonden en op weg naar de hel. Het maakt geen verschil of u kerkelijk bent of niet, een leven zonder Jezus is geen leven. Het maakt geen verschil of u Jezus Naam op uw lippen neemt, over Hem zingt en in Zijn Naam wonderen doet. Als uw hart en leven niet gehoorzaamt aan Gods Woord, dan zult u straks horen: ‘Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij die de ongerechtigheid (wetteloosheid) werkt, Matth. 7:23.’ Vandaag komt Gods roepstem nog tot u, bekeert u en gelooft het Evangelie. U wordt niet opgeroepen om een wettisch leven te gaan leven. U wordt niet opgeroepen om uzelf op te knappen. Niemand kan door werken de zaligheid verdienen! Het is genade alleen, en die genade wordt u aangeboden in Jezus Christus, de Zoon van God. ‘Want de bezoldiging (het loon) der zonde is de dood, maar de genadegift Gods is het eeuwige leven door Jezus Christus onze Heere, Rom. 6:23.’ In deze Jezus wordt u de vergeving van zonden verkondigd, niet door de werken van de wet maar door het geloof in Hem alleen, zult u gerechtvaardigd worden (Hand. 13:38,39). Al de profeten hebben het getuigt: ‘Dat een iegelijk die in Hem gelooft, vergeving der zonden ontvangen zal door Zijn Naam, Hand. 10:43.’

Broeders en zusters u mocht door genade het leven vinden in Jezus, de Messias. Zijn liefde vervult uw hart en alles in u dringt u om te leven zoals Jezus leefde. Laat u niet misleiden door de valse leraren, de antichristen en hen die een ander evangelie prediken dan dat wat Gods Woord u leert. Vandaag de dag willen mensen iets nieuws horen, rijkdom en geluk wordt u in Jezus Naam gepredikt en de eenvoudige Boodschap van de Heere Jezus, dat allen die Hem liefhebben, vervolgd zullen worden, wordt verzwegen. Meer en meer klinkt het geluid dat Jezus de wet vervuld heeft en dat u daarmee vrij bent om Hem te dienen in de liefde. Deze waarheid is waar maar het is maar de helft. Hij is gekomen als het doeleinde, de vervulling van de wet. Hij sprak tot Johannes bij de Jordaan, ‘Laat nu af; want aldus betaamt ons alle gerechtigheid te vervullen, Matth. 3:15.’ Hij werd gedoopt en heeft daarmee niet de gerechtigheid of de doop afgeschaft. Zo zegt Hij met hetzelfde woord “vervullen”: ‘Meent niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten te ontbinden; Ik ben niet gekomen om die te ontbinden, maar te vervullen. Want voorwaar zeg Ik u: Totdat de hemel en de aarde voorbijgaan, zal er niet één jota noch één tittel van de Wet voorbijgaan, totdat het alles zal zijn geschied, Matth. 5:17,18.’

Vandaag staat God Woord met Zijn wet nog steeds overeind en allen die Hem liefhebben zullen gehoorzamen. Het is verschrikkelijk om te constateren dat ondanks de waarschuwingen van Jezus, Paulus, Petrus en de andere apostelen, zo’n verwarring is ontstaan en zovelen een vals evangelie volgen. Er is geen ander evangelie en zij die dat beweren en prediken zijn vervloekt (Gal. 1:6-9). Zij die beweren dat u gered wordt door het houden van de wet, zijn vervloekt. Zij die u een slavenjuk opleggen zijn vervloekt. Zij die u afhouden van Jezus Zijn vervloekt. Zij die Gods wet afschaffen of mensen geboden verheffen boven Gods geboden zijn vervloekt. Vandaag rust er een ontzaglijke vloek op de wereld en de zogenaamde kerk omdat wij met elkaar zijn afgeweken van Gods Woord. Lieve vrienden, broeders en zusters, laten wij samen onze knieën buigen voor de almachtige God, onze zonden belijden en bidden om de leiding van Zijn Geest.

Als u Jezus liefheeft, als Zijn dood uw leven is geworden, dan mag u leven en woont de Geest van Christus in u. ‘Doch gijlieden zijt niet in het vlees, maar in den Geest, zo anders de Geest Gods in u woont. Maar zo iemand den Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe, Rom. 8:9.’ Nu Zijn Geest in u is, mag u de gerechtigheid (gehoorzaamheid aan Gods wet) leven. ‘Zo dan broeders, wij zijn schuldenaars niet aan het vlees, om naar het vlees te leven. Want indien gij naar het vlees leeft, zo zult gij sterven; maar indien gij door den Geest de werkingen des lichaams doodt, zo zult gij leven. Rom. 8:12,13.’ Zij die Jezus liefhebben, zullen een actief liefdesleven leven door te strijden tegen de zonde (wetteloosheid) en te overwinnen in Zijn kracht, geleid door de Heilige Geest. ‘Want zovelen als er door den geest Gods geleid worden, die Zijn kinderen Gods, Rom. 8:13.’ Wij worden niet opgeroepen om de letter te dienen maar de levende God door de Geest. ‘Want gij hebt niet ontvangen den Geest der dienstbaarheid wederom tot vreze; maar gij hebt ontvangen den geest der aannemning tot kinderen, door Welken wij roepen: Abba, Vader! Rom. 8:15.’ Nu leven wij als gehoorzame kinderen en willen Vader volgen en liefhebben zoals Hij geliefd wil worden.

Wat een rust en vrede, wat een zalige troost om te weten dat niet onze werken maar Zijn gerechtigheid onze gerechtigheid is geworden. Hij heeft voor ons de Zaligheid verdient en ons teruggebracht in gemeenschap met onze Vader. Nu mogen wij aan Vaders hand wandelen en meer en meer ontdekken hoe Hij wil dat wij wandelen zullen. Zijn Geest is onze leidsman en die Geest vervult ons met liefde tot God en onze naasten.

Jezus heeft de gehele wet en de profeten samengevat in twee geboden; God liefhebben boven alles en onze naasten als onszelf (Matth. 22:36-40). Gods Geest in ons dringt ons om niet meer onszelf en eigen ik gerichte leven te leven maar God te zoeken in alles, Hem te lieven, te loven en te prijzen en onze naasten hartelijk lief te hebben. Dit zal blijken in een leven dat zich vernedert voor God, buigt voor Zijn wil en schuilt bij Hem in vreugde, pijn en verdriet. Het gaat niet gebukt onder een juk van wetten maar ervaart Gods liefde in Zijn geboden, beproeft deze en zal Zijn zegen ervaren. Deze Heilige Geest doet ons Gods vreugde en zalige vrede genieten en zal anderen de Weg tot God wijzen in Christus Jezus onze Heiland. De liefde tot onze naasten zal hen niet brengen onder een wet maar aansporen om God te zoeken, voor Hem te buigen, opdat ook zij Zijn zaligheid zullen genieten.

Broeders en zuster, de Schrift roept ons op om te ontwaken, voorzichtig te wandelen en onze tijd op de juiste wijze te benutten in de wetenschap dat we in een boze tijd leven. Zij roept ons op om verstandig te zijn, niet dronken te worden in de wijn waarin overdaad is maar vervuld te worden met den Geest. Kom, laten wij samen spreken in psalmen en lofgezangen en geestelijke liederen, zingend en jubelend de Heere in onze harten (Ef. 5:14-20).

Levend door het geloof in de wetenschap dat de Heilige Geest in ons woont mogen we steeds opnieuw verlangen om vanuit de volheid van de Heilige Geest te leven. Dat alleen zal ons doen overwinnen over de zonden. Dat zal ons nederig houden en in afhankelijkheid van de Heere onze weg doen wandelen. Het is juist de Heilige Geest Die ons in het Woord het kloppend Vaderhart ontdekt. In het gelovige leven komen we op kruispunten te staan. Ons hart wil gehoorzamen aan dat wat wij ontdekken in het Woord en ons vlees wil blijven wandelen in oude sporen. De Heilige Geest ontdekt ons aan bepaalde karakter zonden, het vlees wil niet loslaten maar onze geest wil onder leiding van Gods Geest overwinnen. Zo hebben wij een voortdurende strijd te strijden en de overwinning zullen wij alleen behalen door te sterven aan onszelf, opdat Jezus in ons gezien zal worden. De Heilige Geest laat ons zien dat wij ons moeten vernederen voor de Heere en dan zal Hij ons verhogen (Jak. 4:10). Het geestelijke hart zegt; “Heere, neem mij, breek mij, vul mij en vernieuw mij.” maar het vlees wil blijven staan.

Het Woord van God gaat meer en meer voor ons open en het hart vol liefde wordt gewillig gemaakt om God in alles te volgen. Dan ontdekken wij dingen die nieuw voor ons zijn, leringen van God die tegen de leringen van mensen ingaan en dan breekt er een strijd in ons los. Oude gewoonten en dierbare tradities loslaten om de Heere te gehoorzamen? Hoe kan dat dan? Hebben onze lieve ouders en Godvrezende voorvaderen het dan verkeerd gedaan? Zie ik het wel goed en zien we juist ook bij hen die de tradities loslaten niet veel andere dwalingen? Hoe moeilijk kan het zijn om deze eenzame strijd te strijden. Het hart wil buigen maar het vlees kan de strijd niet aan. Het hart roept tot God om uitkomst, het onderzoekt het Woord en het wordt hoe langer hoe duidelijker, het vlees moet sterven, de wil moet buigen, het oordeel van mensen kan ons niet langer weerhouden in het volgen van de stem van onze Meester. Dan, in die weg van het afleggen van de oude mens en het aandoen van de nieuwe mens wordt meer en meer de vrede van God, die alle verstand te boven gaat, ervaren. Wat zullen nietige mensen ons doen? Zo God voor ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Ondanks de afkeuring van hen die ons lief zijn, ervaren wij Gods vrede en dat vervult ons met liefde en geduld naar onze naasten. Hoe zullen wij, lieve broeders en zusters, andersdenkenden veroordelen? Wij zelf zijn onderweg, wat een geduld heeft de Heere met ons en wat een dwalingen hebben onze gedachten niet bezig gehouden. Laten wij met en voor elkaar bidden dat de liefde van Christus onze harten verenigt om samen schouder aan schouder in Zijn wijngaard te staan. Laten wij ons oog richten op Hem die alle macht heeft in hemel en aarde en laten wij loslaten dat wat wij moeten loslaten om meer en meer te komen tot de volheid in Christus. Laten wij niet volharden in het strijden tegen de Geest, blust de Geest niet uit maar buig, opdat Zijn vrede gezien wordt. Wacht niet op de ander maar ga Zijn weg in gehoorzaamheid. Wij allen hebben een persoonlijke weg te gaan, de één op deze plaats, de ander weer ergens anders. Laten wij, een ieder persoonlijk, zoeken naar de juiste weg en elkaar in gemeenschap bemoedigen, vertroosten, vermanen en opwekken tot een God verheerlijkende heilige wandel.

Breek, als de Geest het u laat zien, met oude zondige gewoonten, breek met zondige tradities waarvoor uw voorvaders misschien blind waren. Wandel in het geloof en laat uw handel en wandel in liefde zijn. Leg anderen uw inzichten en wetten niet op maar laat Gods Geest Zijn werk doen. ‘Staat dan in de vrijheid met welke ons Christus vrijgemaakt heeft, en wordt niet wederom met het juk der dienstbaarheid bevangen, Gal. 5:1.’ Een menselijk juk zal ons knellen maar Gods wet is de wet van vrijheid en deze brengt ons Zijn zegen. ‘Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig zijn in dit zijn doen, Jak. 1:25.’ De Heilige Geest vervulle uw harten tot roem van Gods genade. Amen.

Dank, Jezus, dank! Met wat gena

kwam U ons, zondaars, tegen.

U droeg de schuld op Golgotha,

en bracht ons volle zegen.

U hebt door ‘t storten van uw bloed

ons aangebracht het eeuwig goed,

en ‘t kindschap ons verworven.

Verkoren van alle eeuwigheid

naar ‘s Vaders welgevallen,

zijn wij door Hem tot U geleid;

uw Geest woont in ons allen.

Wij zullen na een korte tijd,

tot lof van uwe heerlijkheid,

‘t heelal met U beerven.

Want alles is aan U beloofd,

de schepping zal U eren.

U bent van alle dingen ‘t hoofd

en zult met macht regeren.

U wacht in ‘s Vaders heerlijkheid,

maar straks verschijnt Ge in majesteit

met al uw heil’gen samen.

De schepping wacht; zij is in nood

en zucht nog onder ‘t lijden

van zonde, ijdelheid en dood,

tot U haar zult bevrijden.

Wij zuchten mee, zien naar U uit.

“O kom”, zo roepen Geest en bruid,

“ja kom, Heer Jezus. Amen!”


Wilco Vos Veenendaal 19-05-2015