Volg ons op YouTube

Een brief aan de gemeente van Thyatira

In Openbaring twee en drie vinden we de brieven geschreven aan de zeven gemeenten van Klein Azië. Hoewel de brieven, afkomstig van de Heere Jezus Christus en geschreven door Johannes, in de eerste plaats betrekking hebben op de situatie die speelde in de tijd van het schrijven, bevatten zij ook een boodschap voor geheel Gods gemeente van vandaag. In de brieven lezen we een schets van de situatie, een eventuele berisping en een aansporing met bemoediging voor hen die volharden tot het einde. In de brieven aan de gemeenten lazen we dat Efeze haar eerste liefde had verlaten, Smyrna onder vuur lag van hen die zich uitgaven voor Joden terwijl zij het niet waren en van Pergamum waar de getrouwe Antipas gedood is door hen die knielden voor de troon van Satan. We zagen dat de gemeenten niet gespaard bleven voor de aanval van de boze en de verleidingen tot afval, door hen die valse leringen leerden. De ernstige oproep tot eventuele bekering en standvastigheid in het volhardend geloof was toen en nu de boodschap die moet klinken. In deze overdenking luisteren we naar de boodschap die in de eerste plaats kwam tot de gemeente van Thyatira maar zeker ook vandaag haar actualiteit niet is verloren.

‘En schrijf aan den engel der Gemeente te Thyatira: Dit zegt de Zoon van God, Die Zijn ogen heeft als een vlam vuurs, en Zijn voeten zijn blinkend koper gelijk, Openb. 2:18.’

De oudste van de gemeente ontvangt een boodschap van de Zoon van God, de Schepper van hemel en aarde, Hij Die gekomen is naar deze aarde om zondaren te zoeken en zalig te maken. Hij Die opriep om tot Hem te komen en rust te vinden voor de ziel. O Hoe groot, hoe heerlijk is het als wij die rust en vrede in Christus Jezus mogen genieten. Wat een zegen als we de waarheid mogen genieten van het feit dat er geen veroordeling meer is voor hen die in Christus Jezus zijn. Nu geen vijanden meer van God maar aangenomen kinderen, die rusten in het volbrachte werk van de Heere Jezus Christus. Hij is in onze plaats de dood ingegaan, is opgestaan en opgevaren naar de hemel. Deze blijde boodschap mag vandaag nog klinken. Kom zondaren, niemand heeft te lang of te veel gezondigd, er is volkomen vergeving in Christus Jezus. Ja, Zijn bloed reinigt van alle zonden. Zij die tot Hem komen, gelovig rusten in Zijn offer en doen hetgeen Hij bevolen heeft, worden Zijn vrienden genoemd (Joh. 15:14). O welk een Vriend is onze Jezus, wat een diepte in dat eenvoudige woord: “Vriend”. Hij wilde vrijwillig mijn zonden op Zich nemen en in mijn plaats sterven opdat ik weer verzoend zou worden met God mijn Vader. Ik ken geen groter Vriend dan deze Jezus. Aan Hem wil ik mijn leven geven en niets doen wat niet strekt tot eer van Hem.

Lieve vrienden, Hij die Zichzelf liet slachten als het Lam van God dat de zonde van de wereld wegneemt, is ook de Leeuw uit Juda’s stam. Hij die mijn Vriend is en de bron van mijn liefde, heeft Zichzelf vernederd door een dienstknecht te worden, nu is Hij verhoogd en is gezeten in de hemel. Hij de Redder van deze wereld is tegelijk Die volzalig Heilig en rechtvaardige God Die straks zal oordelen over de zonden. Daniël schrijft van Hem: ‘En ik hief mijn ogen op, en zag, en ziet, er was een Man met linnen bekleed, en Zijn lenden waren omgord met fijn goud van Ufaz. En Zijn lichaam was gelijk een turkoois, en Zijn aangezicht gelijk de gedaante des bliksems, en Zijn ogen gelijk vurige fakkelen, en Zijn armen en Zijn voeten gelijk de verf van gepolijst koper; en de stem Zijner woorden was gelijk de stem ener menigte, Dan. 10:5,6.’ De mannen die bij Daniël waren, zagen niet het gezicht en toch vluchten zij weg en terwijl Daniël alleen achterblijft voelt hij al zijn krachten wijken. Toen Deze Jezus Zichzelf openbaarde aan Johannes, de apostel van Zijn liefde, viel Johannes als dood voor Zijn voeten. Wie zou niet met heilige eerbied vervuld zijn als we spreken over deze Jezus? Van deze Zoon van God, ontvangt de oudste van de gemeente van Thyatira een boodschap. Allen die deze boodschap lezen moeten doordrongen zijn dat de Zoon van God ogen heeft als een vuurvlam en voeten als blinkend koper. Niets is verborgen voor Zijn ogen en alle ongerechtigheid zal verpletterd worden onder Zijn heilige voeten. ‘De HEERE heeft tot mijn Heere gesproken: Zit aan Mijn rechterhand, totdat Ik Uw vijanden gezet zal hebben tot een voetbank Uwer voeten, Ps. 110:1.’ Hoe groot, hoe heerlijk, hoe zeer te vrezen is onze God.

“Ik weet uw werken, en liefde, en dienst, en geloof, en uw lijdzaamheid, en uw werken, en dat de laatste meer zijn dan de eerste, Openb. 2:19.’ Ik weet uw werken; Wat een verschrikkelijke ontdekking moet dat zijn voor allen die menen dat God niet bestaat en doen waar zij zelf zin in hebben. Maar ook voor hen die menen God te dienen en niet weten of niet willen weten dat God gediend wil worden op de manier zoals Hij dat gebiedt. Maar tegelijk hoe heerlijke is deze wetenschap voor allen die Hem liefhebben. Hij kent de werken van hen die in Thyatira woonden, hij proefde hun liefde, zag hun dienstbetoon, hun geloof, de lijdzaamheid en ook dat hun laatste werken meer waren dan de eerste. Ze waren gevorderd in het doen van goede werken. Lieve vrienden, hoe is het met ons? Is ons geloofsleven ook gesierd met liefde die zich uit in werken en dienstbetoon tot glorie van God? Hoe arm als wij menen dat wij door onze goede werken in een beter blaadje bij God komen. Hoe mooi als we merken dat de liefde van God ons gelovig en rustend hart vervuld en dat ons hart verlangt om te wandelen in de werken die Hij voor ons bereid heeft. Geen werken om iets te verdienen maar werken die voortkomen uit het gelovig rusten in Christus Jezus onze Heiland. Pas op, lieve broeders en zusters, dat we ons focus niet verleggen van genade naar werken, voor alle dingen is het zaak dat ons oog, ja ons hart, gericht is op Christus, Zijn liefde en Zijn genade. Dat maakt ons nederig en klein en geeft een diep verlangen om heilig te zijn zoals God onze Vader heilig is (1 Petr. 1;16). Wat wij nodig hebben, is de leiding van de Heilige Geest. Wij moeten ernaar staan om te groeien in genade en kennis van onze Heere Jezus Christus en Zijn Woord rijk in ons te laten leven. Wij moeten ons inspannen om zelf het Woord te onderzoeken en te toetsen wat we horen of lezen. Waarom? Omdat dat Zijn bevel (Deut. 6:9, Col. 3:16) is en als wij dat doen, zullen wij beschermd met Zijn wapenrusting de aanvallen van de boze kunnen weerstaan. Als dan de verleider komt, dan kunnen wij zeggen: “Er staat geschreven”.

‘Maar Ik heb enige weinige dingen tegen u, dat gij de vrouw Izebel, die zich zelve zegt een profetes te zijn, laat leren, en Mijn dienstknechten verleiden, dat zij hoereren en afgodenoffer eten, Openb. 2;20.’

Maar… Gemeente van Thyatira en zoveel gemeentes van vandaag; “Ik”, zo zegt de Zone Gods, “heb enige weinige dingen tegen u.” Voor Zijn ogen die alles doorgronden is niet verborgen gebleven dat er een valse profetes in de gemeente is die de dienstknechten van de Allerhoogste verleiden tot hoererij en het eten van afgodenoffer. De Israëlische koning Achab, trouwde vele jaren voor het schrijven van deze brief, met de goddeloze Izebel. Deze Izebel die met haar hart en daden de Baäl diende trok het volk Israël af tot het dienen van de Astarte. De profeten van God werden door haar uitgeroeid, hoe bitter was haar haat tegen de God van Israël. Thyatira krijgt een waarschuwing dat zij de vrouw Izebel laat leren en de dienstknechten van God aftrekt tot de zonde van hoererij en het eten van afgodenoffer. Het begon misschien allemaal zo onschuldig lijkend, maar hoe verschrikkelijk zijn de gevolgen als de leringen van deze valse geesten niet worden geweerd uit de gemeente.

‘En Ik heb haar tijd gegeven, opdat zij zich zou bekeren van haar hoererij, en zij heeft zich niet bekeerd, Openb. 2;21.’ Helaas, de tijd van genade heeft deze vrouw niet willen gebruiken om tot inkeer en bekering te komen. Het oordeel over haar en allen die volharden in het hoereren met haar zal niet uitblijven. ‘Zie, Ik werp haar te bed, en die met haar overspel bedrijven, in grote verdrukking, zo zij zich niet bekeren van hun werken, Openb. 2:22.’ Al lijkt het dat haar macht niet te stuiten is, Hij Die ogen heeft als een vuurvlam zal haar en die met haar hoereren verdrukken, ja verpletteren onder Zijn voeten. ‘En haar kinderen zal Ik door den dood ombrengen; en al de Gemeenten zullen weten, dat Ik het ben, Die nieren en harten onderzoek. En Ik zal ulieden geven een iegelijk naar uw werken, Openb. 2:23.’ Alle gemeenten zullen weten dat Hij de nieren en harten onderzoekt. Niets is voor Hem verborgen, Hij kent de motivaties van ons hart en ziet of wij voor Hem of voor haar buigen. Lieve vrienden, broeders en zusters, zien wij in deze vrouw niet de hoer van Babylon? Hoe mooi haar leringen en tradities ook kunnen lijken, het is alles een afhoereren van God en Zijn Waarheid. Hoe heeft Rome de moeder van alle hoererij niet haar tienduizenden verleid en verstrikt in haar boze netten. Hoe is de afgodendienst en het aanbidden van heiligen, de gemeente binnengeslopen. De Paus, die zichzelf ziet als plaatsvervanger van Christus op deze aarde, heeft met zijn goddeloze systeem van aanbidding en schuldvergeving een diepe duisternis gebracht waarin vele duizenden verstrikt zitten. Helaas hoe velen hebben met haar gehoereerd en zijn mede afgevallen van de eenvoud van God Woord. Het is alles een systeem geworden waarin de dood heerst over het leven. Tradities en leringen van mensen hebben de overhand gekregen en wee hen die zich durven te bekeren van deze wegen.

Allen die durven zeggen dat de Bijbel van kaft tot kaft Gods volle waarheid is en daarnaar willen leven, worden door deze hoer getypeerd als fundamentalisten. Maar weest niet bevreesd, Hij die harten en nieren proeft ziet met Zijn ogen wat er gebeurd op deze aarde en allen die zich niet bekeren zal Hij straks verpletteren onder Zijn voeten. Gezegend daarentegen, hen die Hem liefhebben en zonder tussenkomst van mensen tot Hem de toevlucht nemen. Wij hebben geen biecht, geen mis, geen valse doop, geen middelaren en valse oecumenische vrede nodig, wij hebben Gods Woord en dienen de levende God Die alleen gediend wil worden in Geest en Waarheid. O vrienden, bent u besmet met deze hoererij? Wordt wakker, onderzoek het en toets alles wat u gelooft, zegt en doet aan het Woord van God. Iedere lering, hoe mooi zij ook klinkt, die niet gefundeerd is op het Woord van God, zal geen standhouden. Stel uw hoop en vertrouwen op niets anders dan op Jezus Christus en Dien gekruisigd. Ik ontmoet mensen, die hoop putten uit het feit dat zij als kindje gedoopt zijn. Lieve vrienden, deze hoop is niet gegrond op Gods Woord. Het is één van de grootste redenen waarom er vandaag zo’n duisternis op de gemeenten ligt. Het is alles een hoereren met de antichrist. Het klinkt scherp, maar ik geloof op grond van Gods Woord, dat de ogen van Christus scherper zien dan menig godgeleerde theoloog. Onderzoek eens waar de meeste christelijke tradities vandaan komen en ontdek dat zij voortvloeisels zijn van de hoererij van Babylon. Nog is het tijd… ‘Dewijl uit den wijn des toorns harer (Babylon) hoererij alle volken gedronken hebben, en de koningen der aarde met haar gehoereerd hebben, en de kooplieden der aarde rijk zijn geworden uit de kracht harer weelde. En ik hoorde een andere stem uit den hemel, zeggende: Gaat uit van haar, Mijn volk, opdat gij aan haar zonden geen gemeenschap hebt, en opdat gij van haar plagen niet ontvangt, Openb. 18:3,4.’

‘Doch Ik zeg ulieden, en tot de anderen, die te Thyatira zijn, zovelen, als er deze leer niet hebben, en die de diepten des satans niet gekend hebben, gelijk zij zeggen: Ik zal u geen anderen last opleggen; Maar hetgeen gij hebt, houdt dat, totdat Ik zal komen, Openb. 2:24,25.’ Er waren er gelukkig in Thyatira die zich niet lieten meevoeren met deze valse leringen en afgoderij. Zij werden opgeroepen om te volharden, ja te houden dat wat zij hadden, totdat Jezus komen zou. Zijn er ook vandaag nog mensen die zich niet hebben ingelaten met de valse doctrines van Rome en haar dochters? Misschien moet u zeggen dat u daarin vast hebt gezeten maar nu mag roemen in Gods genade, die u daarvan bevrijd heeft. Houd dan wat u hebt, hebt goede moed, in de wereld zult u verdrukking hebben, maar Christus heeft de wereld overwonnen, Hij zal u bewaren en straks allen verpletteren die u vervolgen, smaden en bespotten. Weest niet bevreesd als de vervolgingen straks losbartsen en allen die fundamentalisten worden genoemd omdat zij het Woord van God liefhebben en willen bewaren, gedood zullen worden. In Christus zullen wij ervaren, meer dan overwinnaars te zijn. Wij roepen niet op tot haat, wij willen geen onenigheid veroorzaken. Wij willen Gods Woord verkondigen zonder daarbij rekening te houden met dat wat sommigen horen willen. Wij hebben God hartelijk lief, omdat Hij ons eerst heeft liefgehad en door Zijn liefde willen wij de wereld oproepen zich te bekeren tot de Almachtige God. Nu is het nog de dag van genade. Nog werkt Gods Geest doormiddel van de verkondiging van Zijn Woord en wij weten dat allen die zich niet willen bekeren, niet het laatste woord zullen hebben.

‘En die overwint, en die Mijn werken tot het einde toe bewaart, Ik zal hem macht geven over de heidenen; En hij zal ze hoeden met een ijzeren staf; zij zullen als pottenbakkersvaten vermorzeld worden; gelijk ook Ik van Mijn Vader ontvangen heb, Openb. 2:26,27.’ Kom, laten wij staan in het geloof en niet zwichten voor de boze, nog een kleine tijd en de rollen zullen worden omgedraaid. In Christus zijn wij meer dan overwinnaars. Hijzelf zal ons belonen, Hij heeft beloofd aan allen die overwinnen: ‘En Ik zal hem de morgenster geven, Openb. 2:28.’ Wat een vreugde zal dat wezen als het Licht voor altijd overwint. ‘Die oren heeft, die hore wat de Geest tot de Gemeenten zegt, Openb. 2:29.’ Tot zover de ernstige boodschap aan de gemeente van Thyatira en die van vandaag. Laten wij niet ontmoedigt raken maar het Woord van God voor waar houden en onderzoeken wat naar de zin en mening van Gods Geest is. De boodschap die tot Thyatira kwam had verschillende uitwerking, er waren er die volhardden in het hoereren met de valse leer, zij zijn verloren gegaan, er waren er ook die zich bekeerden en zij werden samen met hen die zich niet hadden laten misleiden voor eeuwig behouden. Aan welke kant staat u? De Heere zegene u. Glorie voor het Lam. Amen.

Meer dan de trouwste vriend…

1 Gij hebt mij lief, getrouwe God en Vader,

meer dan de trouwste vrind.

Gij hebt mij lief, zoals geen teed’re moeder

haar zuigeling bemint.

2 Ik heb U lief, o God, zo vol genade,

zo goed, zo trouw, zo mild.

Ik heb U lief, U, die het eerst mij minde;

mijn rotssteen en mijn schild.

3 Gij hebt mij lief, o bron van eeuw’ge liefde,

bewerker van mijn heil.

Gij hebt mij lief, Gij hadt uw eengeboor’ne

ten offer voor mij veil.

4 Ik heb U lief, alleen zal hij nooit wezen,

die U, o God, bemint.

Ik heb U lief, en ‘t is uw eigen liefde,

die Ge uitstort in uw kind.

5 Gij hebt mij lief, Gij hebt mijn duist’re ogen

bestraald met Godd’lijk licht.

Gij hebt mij lief, en houdt van uit de hemel

uw oog op mij gericht.

6 Ik heb U lief, dat is de lust mijns levens,

behoefte voor mijn hart.

O God mijns heils, doe Gij mij nooit vergeten

uw vriend’lijk vaderhart.


Wilco Vos Veenendaal 22-06-2016