Volg ons op YouTube

Geestelijke oorlogsvoering

‘….Hiertoe is de Zoon van God geopenbaard, opdat Hij de werken des duivels verbreken zou, 1`Joh. 3:8.’

De Zoon van God is geopenbaard, ja gekomen om te verlossen van de schuld, de zonde en de macht van de duivel. De Heere Jezus Christus is de Overwinnaar over de zonde, de dood, de hel en het graf, Hij heeft satans kop vermorzeld en is voor allen die geloven de Bron van leven, zaligheid en kracht. Door het gelovig rusten in het plaatsvervangend lijden en sterven, ja in de verzoening door het bloed van Christus, vindt de zondaar een volkomen zaligheid en mag weten op grond van het Woord meer dan overwinnaar zijn. ‘…in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft, Rom. 8:37.’

Gelovige broeder en zuster, welkom in de strijd, zonder strijd geen overwinning! U die het leven hebt gevonden buiten uzelf in de Heere Jezus Christus alleen, bent terechtgekomen in een strijd die gestreden moet worden door allen die eenmaal zullen ingaan in de heerlijkheid die de Heere Jezus Christus bereid heeft voor allen die Hem vrezen. Deze strijd is geen strijd tegen vlees en bloed, niet tegen mensen, al lijkt dit vaak wel zo te zijn. Nee, dit is een strijd tegen de overheden, tegen de machten, tegen de geweldhebbers van de wereld der duisternis van deze eeuw, ja een strijd tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6:12). Het is een strijd die niet gestreden kan worden met zwaarden, met geweren, spierballen of grote woorden. Het is een strijd tegen de duivel, die alleen overwonnen kan worden als wij de geestelijke wapenrusting kennen en gebruiken. Paulus wijst ons in Efeze 6 op de waarheid, het is die waarheid die ons vrijmaakt (Joh. 8:32) en een vreugde geeft die niemand kent dan zij die zich door Gods Geest laten leiden. Hij wijst ook op de gerechtigheid waarmee wij ons moeten omgorden, dat is niet alleen de gerechtigheid die ons in Christus geschonken is waardoor wij rechtvaardig voor God staan, maar ook de rechtvaardige daden die volgen als blijk van ons geloof. Hij wijst ons ook op de bereidheid van het Evangelie, oftewel de bereidheid om het Evangelie van vrede te verkondigen waarbij het Woord der waarheid niet uit menselijke wijsheid bestaat maar gedreven en geleid door de Heilige Geest, Gods waarheid en gerechtigheid verkondigd. Hij spreekt van het schild des geloofs, daarmee alleen kunnen wij de vurige pijlen van de boze uitblussen. Het geloof kan nooit teveel verwachten en zonder geloof is het onmogelijk om God te dienen, Hem te verheerlijken en te staan in de strijd tegen de boze. Het geloof omhelsd de zaligheid die ons als het ware als een helm beschermt tegen de vijand en zo worden wij opgeroepen om het Woord van God te nemen als het zwaard des Geestes. Als dan de boze komt met zijn leugens dan mogen wij het zwaard hanteren en hem verslaan met het Woord van onze God. En daarom, broeders en zusters: ‘Het woord van Christus wone rijkelijk in u, in alle wijsheid; leert en vermaant elkander, met psalmen en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid in uw hart, Col. 3:16.’

Wij hebben het nodig dat het Woord van Christus ons helemaal vervuld, wij hebben elkaar nodig om samen te leren, elkaar te vermanen en te zingen tot eer van God. Hoe zouden wij anders staande kunnen blijven? Hoe verdrietig dat wij, broeders en zusters, zo verdeeld kunnen zijn. Als we ons verdiepen in de geschiedenis en vandaag om ons heen kijken dan zien wij dat de verdeeldheid niet minder is geworden. Er lijkt een zogenaamde wapenstilstand te zijn gekomen onder hen die samen dezelfde God willen dienen. Vroeger werden de wederdopers door Rome en de Calvinisten vervolgd, gepijnigd, gezien als een pest en als duivels, vandaag lijkt het alles vreedzaam samen te kunnen gaan. Vroeger vervolgde Rome, met de Calvinisten hen die de sabbat in plaats van de zondag hielden. Zij die zelf het Woord wilden onderzoeken en dit toepasten in hun levens werden eens vervolgd, nu wordt het Woord aangepast en wordt er een vrede, vrede en geen gevaar gepredikt. De tijd waarin wij leven is nog veel gevaarlijker als toen. Vandaag geen brandstapels maar kranten vol discussies. Broeders en zusters, wij hebben Gods Geest nodig! Het Woord van onze God maakt ons vrij! Wat maakt het uit wat mensen zeggen en denken? Moeten wij straks niet allen voor Gods rechterstoel verschijnen en wie zal dan schuilen kunnen achter dat wat mensen leerden of belangrijk vonden?

Ik geloof dat velen moe zijn geworden van dat wat zij zien en horen. Is het nu kinderdoop of geloofsdoop, is het nu sabbat of zondag? Mensen die er eens een strak wettisch leven op na hielden, staan nu een soort christelijke vrijheid voor, waarbij zij een bepaalde allergie lijken te hebben voor alles wat op een wet of gebod lijkt. We zien mensen die overgaan van een Drie-eenheids leer naar het verloochenen van Christus als de Zoon van God, Die tegelijk als God en mens op deze aarde is geweest. We zien mensen die eens een afwachtende lijdelijke houding vertoonden als het gaat om de zaligheid waarbij we nu een gedrevenheid zien, waarbij de keuze van de mens, het werk van de Heilige Geest overschaduwt. We zien mensen die eens leefde in een geestelijke duisternis, verblind voor de genadegaven van de Geest, die de gelovige in Christus heeft ontvangen, overgaan naar een overbelichting van gaven waarin men vervalt in dwalingen en godslasterlijke uitspattingen van een verkeerde geest. Broeders en zusters, wat een bijzonder grote strijd, wat is de duivel machtig en hoe heeft hij er al duizenden verstrikt. Wat verdrietig om te zien dat menselijke theologie, filosofie en ervaringen zijn gaan staan boven het Woord van God. Ik geloof dat de oproep tot bekering vandaag moet klinken, want: “Wij hebben God op het hoogst misdaan, ja wij zijn van het heilspoor afgegaan.” Wat een verwarring, wat een duisternis. Is het zout niet zouteloos geworden en het licht gedoofd? Kom, sta op, hoor het Woord van God, door de apostel van Jezus Christus: ‘…Ontwaak, gij die slaapt, en sta op uit de doden, en Christus zal over u lichten, Ef. 5:14.’

Broeders en zusters, als wij mogen geloven dat genade alleen ons trok uit de duisternis, het bloed van Christus ons reinigde van al onze zonden en ons verzoende met God de Vader. Dan is het goed om vandaag terug te keren naar Zijn genade en daarvan alleen te leven. Laten wij elkaar niet langer bekogelen met leerstellingen en verwijten maar toezien dat wij niet afwijken vanachter de levende God. Ik geloof dat de door Gods genade geredde zondagvierende kinderdoper in gesprek moet blijven met zijn of haar sabbatvierende geloofsdopende broeder of zuster om samen het Woord te onderzoeken. Zal de doop ons zalig maken, zal de zondag onze redding zijn? Als deze zaken ons al zo verdeelt maken, hoe kunnen wij dan nog samen staan in de waarheid als de valse leraren ons prediken dat de Heere Jezus Christus niet de van God gezonden Messias is? Of als zij Hem niet voorstellen als de Zaligmaker die allen zalig maakt die tot Hem komen? Hoe zullen wij dan de geesten onderscheiden of ze uit God zijn. Er zijn vele valse Christussen en valse predikers die mensen verwarren met geestesgaven van genezingen en spreken in tongen. Zij die gewend zijn om op hun gevoel te drijven, drijven mee in deze stromen van ongerechtigheid. Is het dan allemaal van de boze? Geve God ons de Geest van onderscheid om waakzaam te zijn en de Naam van onze God te verhogen, dwars door de grootste verdrukkingen heen. Paulus, wist dat er zware tijden zouden komen: ‘Want dit weet ik, dat na mijn vertrek zware wolven tot u inkomen zullen, die de kudde niet sparen, hand. 20:29.’ En daarom riep hij op: ‘Weest mede mijn navolgers, broeders, en merkt op degenen, die alzo wandelen, gelijk gij ons tot een voorbeeld hebt. Want velen wandelen anders; van dewelken ik u dikmaals gezegd heb, en nu ook wenende zeg, dat zij vijanden des kruises van Christus zijn; Welker einde is het verderf, welker God is de buik, en welker heerlijkheid is in hun schande, dewelken aardse dingen bedenken, Filip. 3:19.’ Ik geloof dat de gemeente van Jezus Christus moet terug keren naar het eenvoudige Woord van God waarbij wij ons onderwerpen aan dat wat ons door Gods Geest is overgeleverd. Hoe komt het dat we eenvoudige leringen van Paulus betreffende de gemeente niet meer gehoorzamen? Waarom is het korte haar voor de vrouw ineens geen oneer meer, waarom voelen zusters zich achtergesteld als Paulus hen zegt dat zij moeten zwijgen in de gemeente? Waarom is een hoofdbedekking ineens ouderwets (1 Kor. 11,14)? Lieve broeders en zusters, het is omdat de verwarring ons denken heeft vervuild. Vandaag zijn allerlei deelwaarheden en meningen van mensen belangrijker geworden dan het onderwijs uit de Schrift. Als onze gedachten en harten vol zijn met strijd rondom de doop, de zondag, de gave van de geest, Israël, de opname van de gemeente, het aanbod van genade of wat dan ook, dan zal de liefde van Christus van ons wijken en staat mijn en uw hart open voor de zonde en is er geen bescherming. Hoe is het mogelijk dat pornografie en homeopathie, zondige games, films en boeken, drugs en geest verdovende of afvlakkende medicijnen niet meer weg te denken zijn uit de levens van velen van ons? Omdat wij ons hebben ingelaten met de werken van de boze, door te luisteren naar zijn leugens.

Bent u verstrikt geraakt in één van deze zonden? Er is hoop want Jezus leeft. ‘Indien wij onze zonden belijden, Hij is getrouw en rechtvaardig, dat Hij ons de zonden vergeve, en ons reinige van alle ongerechtigheid, 1 Joh. 1:9.’ Kom, uit ervaring weet ik hoe gemakkelijk wij een prooi kunnen zijn en worden van de boze. Is het juist ook niet omdat we zo weinig kennis hebben? Zelf ben ik afgegleden tot diepe duisternissen en verstrikt geraakt in boze netten. Ik las veel over bekering en wegen die de Heere kan gaan met Zijn kinderen maar het eenvoudige Woord van God, bleef voor mij een gesloten boek. Er waren geen broeders en zusters die mij wezen op de gevaren, nee, zij die mij moesten voorgaan in geloof hadden geen onderscheidende kennis, maar gingen voor in het kwaad. Waar is die gebroken oudste in de gemeente, die de jonge broeder kan onderwijzen over de gevaren van de pornografie omdat hij weet hoe zwak ook zijn vlees is? Waar is die zuster die waarschuwt tegen de gevaren van de occulte wereld met haar alternatieve geneeswijzen, die ook in de kerken algemeen geaccepteerd zijn? Waar is die gelovige die waarschuwt tegen de gevaren van de verdovende middelen die tegenwoordig op recept geslikt wordt door hen die niet meer weten hoe zij moeten omgaan met spanning en stress? Lieve vrienden, wij hebben de Bron van het leven verlaten, we hebben gebroken bakken uitgehouwen die geen water kunnen houden (Jer. 2:13). Wij hebben de Heelmeester (Ex. 15:26) verlaten en anderen gezocht maar zijn verstrikt geworden. Vanuit deze verstrikking schieten wij pijlen naar elkaar omdat wij denken de juiste weg te gaan en de waarheid te bezitten. Ik voel een sterk verlangen in mijn hart om samen met alle broeders en zusters mijn knieën te buigen, samen te huilen en onze zonden bij de Heere te brengen. Broeder, misschien denkt u over een bepaalde zaak anders dan ik en hebben wij samen dezelfde God lief, mogen wij samen rusten in het offer van de Heere Jezus en toch is er iets dat ons tegenhoudt om samen schouder aan schouder te staan. Misschien moeten wij straks samen tegelijk sterven omdat wij de Naam van onze liefde Heiland niet willen verloochenen, misschien mogen wij dan samen zingen en bidden terwijl de vlammen of het zwaard ons verlost uit dit aardse lijden. Ach broeder, kunnen we ons nu al niet samen wat meer verblijden in die heerlijkheid die aanstaande is? Lieve zuster, onze wegen zijn nu gescheiden omdat het water van de doop, de dag van rust of onze ijver voor de Heere Jezus Christus een speerpunt voor u is geworden. Moet die speer ons dan scheiden terwijl het bloed van Christus, de Zoon van God, ons heeft gekocht en aan elkaar verbonden met een band die niemand breken kan?

Maar pas op voor de vleiden tong, Waarheid is Waarheid en leugen is leugen. De Heere Jezus heeft gewaarschuwd voor de valse profeten. ‘Maar wacht u van de valse profeten, dewelke in schaapsklederen tot u komen, maar van binnen zijn zij grijpende wolven, Matth. 7:15.’ Aan hun vruchten zullen wij hen herkennen. ‘Niet een iegelijk, die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is, Matth. 7:21.’ Laten wij persoonlijk onderzoeken of wij in Zijn Weg wandelen en of Zijn wil voor ons belangrijker en heiliger is dan onze eigen wil of die van wie dan ook. ‘Zijt nuchteren, en waakt; want uw tegenpartij, de duivel, gaat om als een briesende leeuw, zoekende, wien hij zou mogen verslinden; Denwelken wederstaat, vast zijnde in het geloof, wetende, dat hetzelfde lijden aan uw broederschap, die in de wereld is, volbracht wordt, 1 Petr. 5:8,9.’ Wij worden opgeroepen om nuchter en waakzaam te zijn. De duivel zullen wij alleen kunnen weerstaan als onze wapenrusting in orde is. Daarom, in dankbaarheid al biddend verbonden aan de troon van Gods genade willen wij staan in de waarheid, ja omgord met Zijn gerechtigheid, wandelen in de werken die Hij voor ons bereid heeft (Ef. 2:10). Zo willen wij gelovig voortgaan en Zijn Evangelie van de vrede verkondigen terwijl de pijlen van de boze op het schild van het geloof afketsen en ons hoofd niet kunnen pijnigen omdat de helm van de zaligheid ons beschermt. Meer en meer leren wij hem weerstaan met het zwaard van de Geest, ja het Woord van God is onze troost. Zijn Naam is Wonderlijk, Raad, sterke God, Vader der eeuwigheid, Hij is onze Vredevorst. De Heere Jezus heeft gezegd: “..Zalig zijn degenen, die het Woord Gods horen, en hetzelve bewaren, Luk. 11:24-28.’ In Zijn kracht gaan wij voort om straks in te gaan in Zijn heerlijkheid. Kom broeders en zusters, nog een kleine tijd en dan mogen wij deze strijd verwisselen voor een eeuwig aanschouwen. Daar geen zonden, tranen en geen pijn, geen verdeeldheid en geen muren, geen botsende karakters, verleidingen en zwakke lichamen. O wat een dag zal dat zijn. Wanneer komt die dag? Kom Heere Jezus, kom spoedig. Amen, ja Amen.

Psalm 106 vers 4 en 26

Wij hebben God op ‘t hoogst misdaan;

Wij zijn van ‘t heilspoor afgegaan;

Ja, wij en onze vaad’ren tevens,

Verzuimend’ alle trouw en plicht,

Vergramden God, den God des levens,

Die zoveel wond’ren had verricht.

Geloofd zij Isrels grote God.

Zijn gunst schenk’ ons dit heilgenot;

Zo zullen wij Zijn goedheid danken.

Dat al wat leeft, Hem eeuwig eer’!

Al ‘t volk zegg’ “Amen” op mijn klanken;

Juich, aarde, loof den Opperheer!


Wilco Vos Veenendaal 04-02-2016