Volg ons op YouTube

Het Pascha en het Heilig Avondmaal

‘En als Hij gedankt had, brak Hij het, en zeide: Neemt, eet, dat is Mijn lichaam, dat voor u gebroken wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. Desgelijks nam Hij ook den drinkbeker na het eten des Avondmaals, en zeide: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed; doet dat, zo dikwijls als gij dien zult drinken, tot Mijn gedachtenis. Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt, 1 Kor. 11:24-26.’

Wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan… Na een lange tijd van verdrukking in het land Egypte, sprak de Heere tot Mozes en Aäron. ‘Deze zelve maand zal ulieden het hoofd der maanden zijn; zij zal u de eerste van de maanden des jaars zijn, Ex. 12:2.’ Er zou eindelijk een einde komen aan de lange verdrukking, een nieuwe tijd, een nieuw leven zou aanbreken. Wat een genade, God zocht Zijn volk op, Hij zou hen verlossen en hen brengen in het beloofde land. Maar voordat zij het slavenjuk van Egypte achter zich konden laten, moest er bloed vloeien. Alle huisgezinnen moesten een volkomen lam, dus zonder enig gebrek, in huis nemen. Na vier dagen moest dat lam geslacht worden en van dat bloed moest men nemen en strijken aan de zijposten en de bovendorpel van het huis waarin men het lam zou eten. Het lam werd gebraden en met ongezuurde broden en bittere saus gegeten. Er mocht niets van overblijven, als er iets overbleef dan moest het met vuur verbrand worden.

In gedachten zien wij een huis met bloed aan de deurposten, daarbinnen zien wij een gezin. Het gezin heeft zeven dagen ongezuurde broden gegeten en nu ze het lam geslacht en gegeten hebben, zijn zij gereed om te vertrekken, ‘uw lendenen zullen opgeschort zijn, uw schoenen aan uw voeten en uw staf in uw hand; en gij zult het met haast eten, het is des HEEREN pascha, Ex. 12:11.’ Want in deze zelfde nacht zou de Heere Zelf door Egypte gaan en alle eerstgeborenen in Egypte doden, zowel mensen als beesten. De Israëlieten die schuilden achter het bloed, zouden vrij zijn van dit vreselijke oordeel. ‘En dat bloed zal ulieden tot een teken zijn aan de huizen waarin gij zijt; wanneer Ik het bloed zie, zal Ik ulieden voorbijgaan; en er zal geen plaag onder ulieden ten verderve zijn, wanneer Ik Egypteland slaan zal, Ex. 12:13.’ En dan terwijl het oordeel zich voltrokken had over de Egyptenaren, zien wij het volk van God wegtrekken, weg van de slavernij, om onder Gods bescherming, de vrijheid in te gaan.

Wat een blijdschap zal dat geweest zijn. Wat een heerlijke lessen in dit evangelie. Egypte is het beeld van de wereld met haar slavernij. Wij zien mensen gebukt onder het juk van de zonden. Farao liet het volk niet gaan en zo laat satan zijn gevangenen niet gaan. Maar wonder van genade, God zorgde voor de verlossing. Er moest een volmaakt lam geslacht worden en dat bloed van het lam maakte scheiding tussen Egypte en Israël. Zonder bloed ontkwam men niet aan Gods oordeel en achter dat bloed werd feest gevierd omdat God Zijn volk verlost. Zo als in Egypte alleen het bloed het verschil tussen dood en leven uitmaakte, zo maakt ook vandaag voor ieder mens alleen het bloed het verschil tussen dood en leven. Wij mensen, geboren op vijandig gebied, zijn geboeid in de slavernij van de boze duivel, totdat het bloed tussenbeide komt. Want God heeft gezorgd voor het Middel tot verlossing uit deze slavernij. Hij gaf Zijn Zoon, Jezus Christus, als het Lam dat de zonde der wereld wegneemt. Aan Golgotha’s kruis, droeg Hij de straf op onze zonden. Daar aan het kruis van Golgotha zien wij Gods oneindige liefde en gerechtigheid. In Zijn liefde moest Hij Zijn Zoon verbrijzelen om aan Zijn gerechtigheid te voldoen. De straf moest betaald worden en wie anders dan de Heere Jezus, Die volmaakt God en volmaakt Mens was, zou dat kunnen doen? Johannes de Doper riep het uit, toen hij Jezus zag komen: ‘Zie het Lam Gods, dat de zonde der wereld wegneemt, Joh. 1:29.’ Wat een schok zal er door de mensen zijn heengegaan, ‘Het Lam Gods’, iedere Jood wist wat dat betekende, zij wisten als geen ander dat alleen een volkomen lam aan God geofferd mocht worden en dat een lam in hun plaats moest sterven. Hier stonden zij oog in oog met de Zaligmaker, Die als een Lam ter slachting geleid zou worden. O vrienden, zie toch op Hem, zie wie Hij is en wat Hij deed. Wie van ons kan Hem naar waarde schatten? Overvloeiende genade door Hem, voor ieder die tot Hem komt. Zijn bloed gestreken aan de posten van onze harten maakt het onderscheid tussen leven en dood. Dat bloed reinigt van alle zonden en geeft ons toegang tot het eeuwige leven. Dat is het bloed van het Nieuwe Verbond, genade voor de grootste zondaren omdat Hij de dood overwon en leeft tot in alle eeuwigheid.

Als het volk het pascha, dat voorbijgaan betekent, vierde, dachten zij er aan hoe God hen uit Egypte verloste. En op dat zelfde feest, zien wij de Heere Jezus zitten te midden van Zijn discipelen. Zij gedenken daar samen hoe het lam geslacht is en hoe dat bloed hen verloste van het oordeel. Jezus gaf aan dat Hij grotelijks begeert had om dit pascha met hen te eten eer dat Hij zou lijden. En dan na het drinken van de drinkbeker doet Jezus iets bijzonders. ‘En Hij nam brood, en als Hij gedankt had, brak Hij het en gaf het hun, zeggende: Dat is Mijn lichaam, hetwelk voor u gegeven wordt; doet dat tot Mijn gedachtenis. Desgelijks ook den drinkbeker na het Avondmaal, zeggende: Deze drinkbeker is het Nieuwe Testament in Mijn bloed, hetwelk voor u vergoten wordt, Luk. 22:19,20.’ Deze gedachtenismaaltijd, welke wij het Heilig Avondmaal noemen, heeft Jezus ingesteld om Zijn kinderen, te vertroosten, te bemoedigen en te versterken in het verlangend uitzien naar Zijn komst.

Om ons te kunnen verlossen uit het Egypte van deze wereld, moest Hij, De Rechtvaardige, De volmaakt zondeloze, Zijn leven afleggen. Zijn bloed moest vloeien als betaalmiddel voor onze zonden. Daar aan het kruis van Golgotha moest hij de drinkbeker van het lijden tot op de bodem leegdrinken. Het vuur van Gods rechtvaardige toorn moest Hem vernietigen om onze schuld voor ééns en voor altijd weg te nemen. Wat een oneindige oceaan van liefde zien wij hier geopenbaard in dit smartelijke lijden. God de Vader moest alles wat Hij had geven, opdat zondaren weer zouden leven. Gewillig legde Jezus Zijn leven af om voor ons verzoening aan te brengen. ‘Doet dat tot Mijn gedachtenis.’ Zo mogen wij Zijn dood gedenken totdat Hij komt. In deze tekenen zien wij Het volbrachte werk van onze Heiland, verheugen wij ons in de zaligheid die Hij bereid heeft en zien wij verlangend uit naar Zijn komst. ‘Want zo dikwijls als gij dit brood zult eten en dezen drinkbeker zult drinken, zo verkondigt den dood des Heeren, totdat Hij komt, 1 Kor. 11:26.’ Het is een versterking van het geloof dat de Heilige Geest in onze harten gewerkt heeft. Het is als een beker koud water in de hete woestijn. Het is een vreugdemaaltijd te midden van het verdriet in deze wereld. Eén Lam en één gemeente. Zo wees het lam dat geslacht werd heen naar dat ene Lam, Dat komen zou en zo waren al de gezinnen een afschaduwing van die ene gemeente. Heel Zijn duurgekochte gemeente is één, al zijn wij dan vaak verdeeld voor het oog. Niet onze muren of onze visies maken dat wij één zijn maar het bloed van het Lam. Zoals Israël uit Egypte ging zo zijn al Gods kinderen uit deze wereld gegaan. Zij zijn vrij gekocht, verlost en betaald. De wereld heeft niets meer over ons te zeggen, wij zijn van Christus. Laat farao, de duivel maar brullen, onze God is voor ons en bij Hem zijn wij veilig.

Vrienden, wat een diepe lessen komen er tot ons vanuit de geschiedenis van het volk Israël en de instelling van het Heilig Avondmaal. Zij die niet schuilden achter het bloed, waren niet veilig al zouden zij de maaltijd gebruiken. Hoe hun spraak of gewoonten ook was, alleen het bloed maakte dat zij veilig waren. Kent u de kracht van dat bloed? Heeft u door genade al leren schuilen achter dat bloed? Zie dan op dat bloed, zie dan op uw Heiland, het Lam dat voor u geslacht is en verheugd u. Wees dan stil en gerust en volg Hem al moet dat ook dwars door de dood. De zekerheid van ons behoud ligt niet in ons gevoel van vrede maar in de kracht van het bloed. Het gezin dat schuilde achter het bloed was niets beter dan het gezin dat niet schuilde, het bloed alleen maakte onderscheid.

Het volk Israël moest alle zuurdeeg weg doen uit hun huizen en zo moeten ook wij al het zuurdeeg weg doen uit onze levens. ‘Zuivert dan den ouden zuurdesem uit, opdat gij een nieuw deeg zijn moogt, gelijk gij ongezuurd zijt. Want ook ons Pascha is voor ons geslacht, namelijk Christus. Zo dan, laat ons feest houden, niet in den ouden zuurdesem, noch in den zuurdesem der kwaadheid en der boosheid, maar in de ongezuurde broden der oprechtheid en der waarheid, 1 Kor. 5:7,8.’ De Israëlieten deden het zuurdeeg niet weg om verlost te worden maar omdat zij verlost waren. Zo doen wij afstand van de zonden, omdat de zonden scheiding maken tussen God en ons. Het leven in gemeenschap met onze hemelse Vader kan alleen in een leven waar het zuurdeeg is weggedaan. Ook als wij als broeders en zusters het heilig Avondmaal houden kan dit alleen als alle zuurdeeg uit onze levens is weggedaan. Wij mogen geloven dat het bloed van de Heere Jezus Christus, al onze zonden heeft weggewassen, alles is betaald. Zijn lichaam, Zijn leven dat voor ons verbroken werd is als een brood zonder zuurdeeg, geheel zonder zonden. Wij moeten elke zonde belijden aan God en aan hen aan wie wij ons bezondigd hebben. Dan pas, kunnen wij brood breken en de drinkbeker drinken in gemeenschap met God Drieëenig en elkaar. Hij dronk de drinkbeker van het lijden, wij de drinkbeker van dankzegging, wat een zoetheid in de bitter saus die heen wees naar het lijden, als de echo in de ziel klinkt: …voor u gegeven…voor u vergoten, doet dat tot Mijn gedachtenis.. totdat Ik kom.

Wat is dan de grond van ons behoud? Het bloed van Christus. De vreemdeling mocht niet eerder deelnemen aan het pascha dan nadat hij besneden was. Zo moeten u en mijn hart besneden zijn, willen wij deel kunnen nemen aan het Heilig Avondmaal. ‘In Welken gij ook besneden zijt met een besnijdenis die zonder handen geschiedt, in de uittrekking van het lichaam der zonden des vleses, door de besnijdenis van Christus, Kol. 2:11.’ Hoe krijgen wij daar deel aan? Niet door de doop, niet door een belijdenis maar door het geloof alleen. ‘Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof, hebben vrede bij God door onzen Heere Jezus Christus; Door Welken wij ook de toeleiding hebben door het geloof tot deze genade, in welke wij staan, en roemen in de hoop der heerlijkheid Gods, Rom. 5:1,2.’ De mate van ons geloof doet niets af of toe aan onze zaligheid. Jezus Christus is een volkomen Zaligmaker, van hen die vast staan in het geloof maak ook van hen die wankelen in hun geloof. O vrienden, zie dan meer op Hem, Die als een lam ter slachting is geleid en als een schaap dat stom was voor het aangezicht van Zijn scheerders. Hij die Zijn mond niet opendeed, Ja zie op Hem en uw geloof zal versterkt worden. Richt u meer en meer op uw Heiland, breek helemaal met de wereld en met de zonde en laat het Woord van God rijkelijk in u leven. Kom, broeders en zusters, laten wij de beker der dankzegging opnemen en ons verblijden in de zaligheid die Hij ons bereid heeft. Totdat Hij komt… Amen.

Middelpunt van ons verlangen,

trooster van ‘t ontrust gemoed,

Jezus, onze dankb’re zangen

loven uwe liefdegloed.

Gij woudt van de hemel dalen

op deez’ diep bedorven aard’,

en voor ons de schuld betalen,

die ons harte heeft bezwaard.

Liefde, Gij moest spottaal horen,

die U drong door merg en been;

ja, Gij droegt voor ons Gods tooren,

Gij voor allen, Gij alleen.

Welk een beker moest Gij drinken

op het schrikk’lijk Golgotha.

Daar liet Ge U aan ‘t kruishout klinken,

daar aanbidden we uw gena.

Liefde, in U is al ons leven,

Gij, Gij zijt ons hoogste goed.

Ja, uw kruis heeft ons gegeven,

wat ons eeuwig juichen doet.

O, hoe zijn we aan U verbonden,

Jezus, redder, ‘s Vaders Zoon.

Onze harten, onze monden

juichen dankbaar tot uw troon.

Wilco Vos Veenendaal 02-04-2014