Volg ons op YouTube

Pinksteren en de zegen van het Nieuwe Verbond

‘En als de dag van het
Pinkster feest vervuld werd, waren zij allen eendrachtelijk bijeen. En er
geschiedde haastelijk uit den hemel een geluid, gelijk als van een geweldigen,
gedreven wind, en vervulde het gehele huis, waar zij zaten. En van hen werden
gezien verdeelde tongen als van vuur, en het zat op een iegelijk van hen. En
zij werden allen vervuld met den Heiligen Geest, en begonnen te spreken met
andere talen, zoals de Geest hun gaf uit te spreken, Hand. 2:1-4.’

Voordat Jezus Christus, de
Zaligmaker van de wereld is opgevaren naar de hemel, gaf Hij Zijn discipelen de
opdracht om niet van Jeruzalem te scheiden, maar daar de belofte van de Vader te
verwachten. Zij zouden gedoopt worden met de Heiige Geest. Die zou hen
bekrachtigen om getuigen van Jezus Christus te zijn in Jeruzalem, maar ook in
geheel Judea en Samaria , ja tot aan het uiterste van de aarde. Van de
Olijfberg gekomen, verbleven zij te Jeruzalem waar zij volgens Handelingen 1:14
eendrachtelijk bijeen waren, volhardende in het bidden en smeken, samen met de
vrouwen en Maria de moeder van Jezus en Zijn broeders. Als ze wat later met
honderdtwintig personen bij elkaar zijn wordt Matthias gekozen als de twaalfde
discipel in plaats van Judas, die een einde aan zijn leven had gemaakt. Ook op
de dag van het Pinksterfeest zijn zij allen eendrachtelijk bij elkaar. Wie die
allen zijn, kunnen we niet met zekerheid zeggen, misschien de discipelen met de
vrouwen, maar het kunnen net zo goed de menigte van zo’n hondentwintig personen
zijn die ook in handelingen 1:15 bij elkaar waren. Terwijl zij daar bij elkaar
zijn horen zij een geluid als van een geweldige wind die het hele huis
vervulde. Zij zagen hoe op een ieder van hen een vurige vlam kwam. Terwijl zij
allen vervuld werden met de Heilige Geest begonnen zij te spreken in andere
talen zoals de Geest hen die gaf te spreken.

De belofte van de Vader, de
beloofde Trooster, ja de Heilige Geest werd uitgestort op deze bijzondere dag
waarbij op de prediking van Petrus drieduizend mensen zich bekeren, laten dopen
en vervuld worden met de Heilige Geest.

Pinksteren een dag om nooit te
vergeten. Een dag om te gedenken, want daarvoor gaf God ons de heilige dagen,
Zijn feesten. Sommigen zien Pinksteren als de geboortedag van de Christelijke
gemeente, toch is Pinksteren niet begonnen op die dag waarop drieduizend mensen
tot geloof en bekering kwamen. Ook waren zij die daar bij elkaar waren, geen
heidenen of onbekenden van de God van Israël, die zich bekeerden tot het
christelijke geloof. De naam of het begrip christelijk was daar nog nooit
gehoord. Wie waren dan die grote groep mensen in Jeruzalem en wat deden zij
daar? De opmerkzame lezer ziet dat Handelingen 2 begint met de woorden: ‘En
als de dag van het Pinksterfeest vervuld werd..’
Het was die dag, de dag
van het Pinksterfeest, daarom waren er zoveel mensen te Jeruzalem zij waren
daar om God te danken op de feestdag die Hij hen gegeven had.

Om de Pinksterdag in de juiste
context te zien, moeten we haar in het geheel van de feestdagen zien. God gaf
Zijn volk zeven feestdagen. Zeven is in de Bijbel een heilig getal, het getal
van de volheid. Door deze schaduwen heeft God Zijn heilsplan bekend gemaakt.
Juist het bestuderen van deze dagen doet ons de rijkdom en de volheid van de
werkelijkheid zien zodat wij haar meer en meer kunnen genieten. Het is begonnen
met Pesach, het lam moest geslacht worden en het bloed aan de deurposten worden
gestreken, daarachter was alles veilig. Het volk, als slaven gebukt onder de
Egyptische overheerser stond op het punt bevrijd te worden. Het bloed maakte
onderscheid tussen het leven en de dood. Dat lam en het bloed wees heen naar de
Christus der Schriften Die komen zou om Zijn leven te geven en Zijn bloed te
storten tot verzoening van de zonden. Het schuilen achter dat bloed maakt het
verschil tussen leven en dood. Direct daarop volgt het feest van de ongezuurde
broden, alle zuurdesem moest uit de huizen, want dat herinnerde typologisch aan
de zure onderdrukking, waaraan God nu een einde zou maken. Daar ging het volk
verlost uit Kanaän op weg naar het beloofde land. Geen vijand kon hen hinderen,
geen water hen beletten. Dwars door de Schelfzee maakte God een pad, waardoor
zij als het ware dwars door de dood als eerstelingen in een nieuw leven opstonden.
Op dit feest van de eerstelingen, zouden zij, straks hun eerste vrucht van de
gerst oogst aan God offeren. Christus, geslacht als het Lam Gods dat de zonder
der wereld wegneemt, stierf als de vervulling van de schaduw exact op het
tijdstip dat het Pescah lam stierf. Hij ruste drie dagen als een ongezuurd
brood in het graf opdat de Schriften vervuld zouden worden en stond op het
feest der eerstelingen als eerstgeborene uit de doden op. In Hem had God de
Vader Zijn welbehagen, Hij is het Gode welbehaaglijke offer. Hoe heerlijk om te
zien dat Gods heilsplan in de feesten zo exact tot volheid zijn gekomen in
Christus.

De zondaar die door het geloof schuilt
achter het bloed, mag weten gered te zijn van schuld en zonden en de slaafse
overheersing. Nu één met het volk van God wordt er opgeroepen om het leven als
een ongezuurd brood te leven, waarbij afstand wordt gedaan van zondige
patronen, gedachten en werken. Dwars door het water van de doop wordt als het
ware het oude afgelegd om in Christus, samen met de andere eerstelingen van de
oogst, in het nieuwe leven te wandelen.

Als het eerstelingenoffer van de
gerstoogst is gebracht, heeft God bevolen om te beginnen met het tellen direct
na de sabbat. Zeven volkomen sabbatten of zeven x zeven dagen, waarbij de dag
daarna de vijftigste dag aanbreekt. Die dag is de dag waarop de eerstelingen
van de tarweoogst aan God gebracht worden in de vorm van twee gedesemde broden.
Het is Sjavoeot dat “weken” betekent, waarom het ook wel het wekenfeest wordt
genoemd. De geschiedenis vertelt ons dat juist op deze vijftigste dag het volk
Israël als het uitverkoren volk van God de wet van de Sinaï ontvangt. Daar
treed God de Vader als het ware in het huwelijk met Zijn uitverkorenen. Hij
geeft hen in Zijn liefde de Ketoeba of het huwelijksverbond in twee stenen
tafels. Daar aan de voet van de berg klinkt de stem van God, waarbij de
overlevering leert dat die stem door een ieder wordt gehoord in verschillende
talen, er klinkt donder en er wordt vuur gezien. We weten dat hoewel het volk
van harte beloofde te zullen wandelen naar Gods geboden, zij al heel snel
bewezen toch ongehoorzaam te zijn en niet te willen buigen voor Gods goede en
heilige wetten. Op één dag stierven drie duizend overtreders omdat zij bogen
voor een eigen gemaakt gouden kalf. In de geschiedenis van Israël zien we hoe
steeds weer op de overtreding het oordeel volgde en op bekering de zegen. Niet
de wet van God was en is het probleem, maar het eigenwijze onbuigzame hart van
de mens. Hoe heerlijk klonk de belofte van God dat er een tijd zou komen dat
Hij een Nieuw Verbond met het huis van Israël (het noordelijk koninkrijk) en
het huis van Juda (het zuidelijke koninkrijk) zou maken, dan zou Hij Zijn goede
en heilige wetten in hun harten schrijven. ‘Ziet, de dagen komen, spreekt de
HEERE, dat Ik met het huis van Israël en met het huis van Juda een nieuw
verbond zal maken; Niet naar het verbond, dat Ik met hun vaderen gemaakt heb,
ten dage als Ik hun hand aangreep, om hen uit Egypteland uit te voeren, welk
Mijn verbond zij vernietigd hebben, hoewel Ik hen getrouwd had, spreekt de
HEERE; Maar dit is het verbond, dat Ik na die dagen met het huis van Israël
maken zal, spreekt de HEERE: Ik zal Mijn wet in hun binnenste geven, en zal die
in hun hart schrijven; en Ik zal hun tot een God zijn, en zij zullen Mij tot
een volk zijn, Jer. 31:31-33.’

Zouden wij, nu we de exacte
vervullingen van de eerste drie feesten hebben gezien, nog twijfelen aan de
vervulling van de andere schaduwen en beloften? ‘En als de dag van het
Pinkster feest vervuld werd…’
Het was het wekenfeest, de vijftigste dag na
de eerstelingen van de gerstoogst. In het Grieks staat Penta voor vijftig,
vandaar het woord Pentecoste of Pinksteren. Nu was het de tijd om de eersteling
van de tarweoogst aan God aan te bieden. Juist op het moment van de derde ure,
het moment van het offer stort God Zijn beloofde Geest uit op de Zijnen. Daar
wordt als het ware met een onzichtbare vinger de wet van God in de harten
geschreven. Vervuld met de Heilige Geest, begint Petrus in alle vrijmoedigheid
te spreken tot het grote volk dat opgekomen was naar Jeruzalem om het
wekenfeest te vieren. De toedracht en de woorden kunt u lezen in Handelingen 2.
Het bloed van het Nieuwe Verbond wordt hier als het ware gestreken aan de
harten van drie duizend hoorders, die zich bekeren en verlangen om als
ongezuurde broden te leven. Zij worden gedoopt en ontvangen de Heilige Geest,
die de goede en heilige wet van God in hun harten schrijft. O hoe zou toch de
mond gestopt kunnen worden van de wetsverachters of de wettische ijveraars als
we meer zagen van dit werk van Gods Geest. Helaas hebben we Gods wetten, Zijn
feesten en Zijn heilige Woord vervangen voor eigen ideeën, waardoor het zicht
op Gods heilsplan en Zijn verlangen is bezoedeld en haast vergaan. Maar God is
getrouw, ook vandaag wil Hij Zijn wetten schrijven in de harten van hen die
zichzelf gekocht weten door het bloed van het Lam en niet langer gescheiden van
het volk, de verbonden en de beloften, zich als één volk, ja als een kudde
geleid mag weten door Die éne Herder. Ik wenste dat een ieder de kracht van de
wet van de vrijheid zou ontdekken. Hoe is het mogelijk dat Jakobus samen met vele
andere Joden, de Thora, de wet van de Vrijheid noemt terwijl anderen haar maar
al te vaak als iets belemmerends of ondeugdelijks zien? God de Vader zoekt
aanbidders, die Hem aanbidden in geest en in Waarheid. Laten wij ons daar naar
uitstrekken. Alleen in afhankelijkheid en onder leiding van Zijn Geest kunnen
wij de Waarheid liefhebben, onderzoeken en toepassen. Ik wens u allen een gezegend
Weken / Pinksterfeest. Wilco Vos
Veenendaal 27-05-2020