Volg ons op YouTube

Uit genade zalig.

‘Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave; Niet uit de werken, opdat niemand roeme, Ef. 2:8,9.’

In de brief van Paulus aan de Romeinen kunnen we als in een spiegel zien wie en wat de mens is. ‘Er is niemand rechtvaardig, ook niet één; Er is niemand die verstandig is, er is niemand die God zoekt; allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe, Rom. 3:10-12.’ In duidelijke woorden zien we hier wat de mens is, in de verzen erna wordt de keel vergeleken bij een geopend graf, tongen die bedrog spreken en slangenvergif op de lippen. Een mond vol vervloeking en bitterheid en voeten die snel zijn om bloed te vergieten, vernieling en ellendigheid is in de wegen van de mens en de weg van vrede wordt niet gekend. Er is geen vreze Gods, dat is het beeld van mensen dat de Bijbel ons voorhoud. Wij mensen kunnen elkaar bedriegen door het alles anders voor te stellen maar laten we luisteren naar wat God tot ons zegt. Heel de wereld is verdoemelijk voor God, omdat zij God verlaten heeft. De mens kiest zijn eigen weg en vraagt niet naar Gods wil. Dit is de oorzaak van al het verdriet, de rampen en de tegenspoeden die ons mensen overkomt. Wie God verlaat heeft smart op smart te vrezen.

Als God de wereld zou hebben overgelaten aan zichzelf, dan zou het er hopeloos hebben uitgezien. Er is immers niemand die God zoekt, God is een heilig en rechtvaardig God en de mens is totaal onnuttig geworden. De zonde hebben scheiding gemaakt tussen God en de mens. Geen mens kan en wil die breuk weer herstellen. Toch zal ieder mens of het nu wil of niet, eens verantwoording moeten afleggen voor God over alles wat in dit leven gedaan is. Als we dan beseffen dat God heilig is en dat zelfs één enkele begerige gedachte ons schuldig stelt tegenover Gods Woord, dan moet ons hart wel bevreesd zijn. Als we de wet hebben overtreden en de politie pakt ons op, dan moeten we voor het gerecht komen. De uitspraak van de rechter zal ons overeenkomstig de wet veroordelen en een straf opleggen. De hemelse Rechter is rechtvaardig en kan geen zonde door de vingers zien, iedere zonde moet gestraft worden. ‘En de bijl ligt ook alrede aan den wortel der bomen; alle boom dan die geen goede vrucht voortbrengt, wordt uitgehouwen en in het vuur geworpen, Luk. 3:9.’ God zal oordelen en Zijn oordeel is rechtvaardig. ‘Wiens wan in Zijn hand is, en Hij zal Zijn dorsvloer doorzuiveren, en de tarwe zal Hij in Zijn schuur samenbrengen, maar het kaf zal Hij met onuitblusselijk vuur verbranden, Luk. 3:17.’ Als het aan ons mensen zou hebben gelegen dan zouden we allemaal als kaf moeten verbranden maar God zij dank, Hijzelf heeft in Zijn genade een Middel gegeven waardoor zondige mensen behouden kunnen worden. Straks als Jezus komt om te oordelen dan is er tarwe en kaf, het tarwe zal eeuwig met Hem leven en het kaf zal eeuwig in het helse vuur met de duivel en zijn engelen, het oordeel moeten ondergaan.

Het enige dat verschil maakt tussen tarwe en kaf is genade. We willen aan de hand van de eerste 10 verzen van Efeze 2 stilstaan bij deze genade. ‘En u heeft Hij mede levend gemaakt, daar gij dood waart door de misdaden en de zonden, vers 1.’ Deze woorden zijn in de eerste plaats gericht tot de heiligen in Efeze, dat zijn zij die geloven in de Heere Jezus Christus. En zo komt het vandaag ook tot ons als het Woord van God en het is juist dat Woord dat kracht doet. ‘Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods, Rom. 10:17.’ De heerlijke klanken van het Evangelie hebben ten doel, zondaren te zaligen. ‘Want ik schaam mij het Evangelie van Christus niet; want het is een kracht Gods tot zaligheid een iegelijk die gelooft, eerst den Jood, en ook den Griek, Rom. 1:16.’ Het is het Evangelie, de blijde boodschap van genade voor zondaren dat gepredikt wordt en allen die het gelovig aannemen zijn gered. Paulus drukte het eenvoudig uit. ‘Dit is een getrouw woord en alle aanneming waardig, dat Christus Jezus in de wereld gekomen is om de zondaren zalig te maken, van welke ik de voornaamste ben, 1 Tim. 1:15.’ Paulus, een vervolger van de gelovigen werd stilgezet op zijn levensweg en moest tot het inzicht komen dat hij met al zijn vrome werken een vijand van God was. Hij zag in één ogenblik dat hij door zijn werken niet de hemel maar juist de hel verdient had.

Door genade is het juist deze Paulus die ons de weg tot Christus heeft mogen wijzen. Hij heeft in zijn nood de Heere Jezus leren kennen als zijn persoonlijke Verlosser en vanaf dat moment heeft hij niets anders begeert dan Die Naam te prediken. Hij werd gedreven door de liefde van Christus om anderen deze blijde boodschap bekend te maken. Hij was van dood levend gemaakt en zo begint hij ook dit eerste vers. U heeft Hij mede levend gemaakt terwijl u dood was door de misdaden en de zonden. We zien hier in het eerste vers gelijk al de genade schitteren. U was dood door uw misdaden en uw zonden maar God heeft u levend gemaakt.

‘In welke gij eertijds gewandeld hebt, naar de eeuw dezer wereld, naar den overste van de macht der lucht, van den geest die nu werkt in de kinderen der ongehoorzaamheid; Onder dewelke ook wij allen eertijds verkeerd hebben in de begeerlijkheden onzes vleses, doende den wil des vleses en der gedachten; en wij waren van nature kinderen des toorns, gelijk ook de anderen, vers 2,3.’ In de misdaden en de zonden hebben wij, zo zegt Paulus, gewandeld zoals alle mensen in deze tijd wandelen. We luisterden naar dat wat de duivel ingeeft zoals nu nog diegenen doen die het Evangelie ongehoorzaam zijn. We onderwierpen ons niet aan de wil van God; ‘En dit is de wil Desgenen Die Mij gezonden heeft, dat een iegelijk die den Zoon aanschouwt en in Hem gelooft, het eeuwige leven hebbe; en Ik zal hem opwekken ten uitersten dage, Joh. 6:40.’ Van nature waren wij kinderen des toorns die deden dat wat ons vlees en onze gedachten wilden. Wat een verschrikkelijke titel, kinderen des toorns, kinderen die God tot toorn verwekken, kinderen die leven onder de toorn van God. Wat zal dat zijn als straks die toorn wordt uitgegoten over allen die ongehoorzaam zijn gebleven.

‘Maar God, Die rijk is in barmhartigheid, door Zijn grote liefde waarmede Hij ons liefgehad heeft, ook toen wij dood waren door de misdaden, heeft ons levend gemaakt met Christus (uit genade zijt gij zalig geworden), vers 4,5.’ Het is Gods liefde alleen, het is Zijn barmhartigheid dat doden levend gemaakt worden. Dood in de zonden maar nu levend gemaakt met Christus. Zoals Christus door Goddelijke kracht uit de doden is opgestaan zo worden ook de geestelijk doden uit hun ellendige doodstaat opgewekt. Een dode kan zelf niets doen om op te staan zo kan een geestelijke dode niet door zijn werken levend worden. Het is alles uit genade.

‘En heeft ons medeopgewekt, en heeft ons medegezet in den hemel in Christus Jezus, vers 6.’ Bent u al door genade van dood levend gemaakt? Dan bent u met Christus opgewekt en in Hem gezet in de hemel. Wat een heerlijke positie. Christus is opgevaren naar de hemel, waar Hij zit om voor al Zijn kinderen te bidden. Nog een kleine tijd en Hij zal komen om allen die Hem liefhebben tot Zich te nemen. ‘Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan; Daarna wij die levend overgebleven zijn, zullen tezamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen. Zo dan, vertroost elkander met deze woorden, 1 Tim. 4:16-18.’ Dat is de troost van allen die Hem liefhebben. Het is het verlangen van het hart om daar te zijn waar Hij is Die hen heeft vrijgekocht, verlost en gezaligd.

‘Opdat Hij zou betonen in de toekomende eeuwen den uitnemenden rijkdom Zijner genade, door de goedertierenheid over ons in Christus Jezus, vers 7.’ Allen die voor ons tot geloof gekomen zijn, zijn een voorbeeld van Gods genadige barmhartigheid om ons aan te sporen de Heere te zoeken terwijl Hij te vinden is. Er is Hoop, Jezus leeft en allen die tot Hem komen, zullen vergeving van zonden en het eeuwige leven ontvangen. ‘Maar daarom is mij barmhartigheid geschied, opdat Jezus Christus in mij, die de voornaamste ben, al Zijn lankmoedigheid zou betonen, tot een voorbeeld dergenen die in Hem geloven zullen ten eeuwigen leven, 1 Tim. 1:16.’ De genade en de goedertierenheid bestaat alleen in en door Christus Jezus. Buiten Hem is er geen hoop, geen verwachting en geen zaligheid. Kom, heb goede moed, denk aan de hoeren en de tollenaren, Paulus, de moordenaar aan het kruis en zoveel anderen die hebben ondervonden dat bij de Heere Jezus vergeving is voor de grootste zondaren.

‘Want uit genade zijt gij zalig geworden door het geloof, en dat niet uit u, het is Gods gave, niet uit de werken, opdat niemand roeme, vers 8,9.’ Lieve vrienden, kunt ook u dit zeggen? Ik ben zalig geworden door het geloof in mijn lieve Heiland. Hij, Jezus, de Zoon van God is gekomen in deze wereld, legde Zijn heerlijkheid af, is vrijwillig de weg van lijden, smaad en spot gegaan en heeft aan het vervloekte kruis van Golgotha mijn schud en zonden weggenomen. Hij heeft met Zijn dierbaar bloed betaald wat ik in eeuwigheid niet zou hebben kunnen betalen. O, wat een liefde, wat een genade, ik, zo’n grote zondaar, ben door genade een kind van God. Met al mijn werken, slecht of vroom heb ik God niet kunnen behagen, ik had de dood en de hel verdient. Toen ik met al mijn schuld en zonden de toevlucht nam tot Jezus, heeft Hij mij gered. Glorie voor Zijn Naam. Er is geen roem in ons, onze roem is in Christus Jezus onze Heere. Hij heeft ons gekocht en nu zijn wij Zijn eigendom.

‘Want wij zijn Zijn maaksel, geschapen in Christus Jezus tot goede werken, welke God voorbereid heeft, opdat wij in dezelve zouden wandelen, vers 10.’ Als wij tot het geloof in de Heere Jezus zijn gekomen, dan zijn wij gestorven aan onszelf en opgestaan in een nieuw leven. Dat is de nieuwe schepping. ‘Zo dan, indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, zie, het is alles nieuw geworden, 2 Kor. 5:17.’ Nu in deze nieuwe schepping mogen wij de goede werken uitwerken die God Zelf voor ons heeft bereid. Wij mogen wandelen in de weg die Hij met ons gaan wil. Niet een eigen gekozen weg, niet een weg naar het inzicht van de mensen maar een persoonlijke weg aan de hand van onze Hemelse Vader. Meestal gaat deze weg in tegen dat wat mensen vinden en bedenken. Het is een weg, waar wij leren te gehoorzamen en zo steeds meer het beeld van de Heere Jezus gelijk worden door al het oude af te leggen. We hebben niet alleen een nieuw hart gekregen maar een heel nieuw leven, alles is verandert. Ons lichaam is niet meer van onszelf maar is een tempel van de Heilige Geest geworden, Die in ons woont. Als men beleid een kind van God geworden te zijn, maar nog steeds kan meedoen met de dingen van deze wereld, of een godsdienst heeft op de zelfde manier als de wereld hun goden dient, dan is dat een lippenbelijdenis die voor God niets waard is. Een nieuwe schepping is namelijk iets heel anders geworden, het is niet meer dat wat ik wil maar dat wat God wil. Het is een leven waarin de vreze Gods gevonden wordt. Geen angst voor God maar een heilige afkeer van de zonde en bevreesd om Gods Naam te ontheiligen, door onze woorden en daden.

Lieve vrienden, wat een vreugde in onze Heiland. Wat kan ook een kind van God gedrukt door het leven gaan als hij ziet op de omstandigheden. Het leven van een kind van God is namelijk een leven van beproeving, zoals goud beproeft wordt om het schuim, al het onedele te verwijderen, zo moet ook een kind van God verlost worden van alles wat niet is tot eer en glorie van God. Wij zijn niet geroepen om op de omstandigheden te zien maar om op te zien tot Hem die ons liefheeft. Hij heeft alles in Zijn Goddelijke hand en weet precies wat wij nodig hebben. Hij zal er zorg voor dragen dat het vuur van de beproeving nooit te heet wordt. Hij kneed ons totdat wij een vat tot Zijn eer zijn. Kunt u zeggen dat u de rust en de vrede gevonden hebt in het offer van de Heere Jezus? Is Hij uw rustgrond geworden, het Fundament waarop u staat? Dankt de Heere en geeft Hem alle eer die Hij toe komt. Kent u die rust nog niet? O, lieve vrienden, maak er toch ernst mee, zoek de Heere terwijl u nog leeft. Roept Hem aan. Belijd uw zonden en uw schuld en leg u gelovig aan Zijn voeten neer. Het is de liefde van Christus die ons dringt om u aan te sporen de Heere te zoeken. Wij hebben ingezien wat het zal zijn om voor eeuwig verloren te moeten gaan, zouden wij u dan zomaar verloren kunnen laten gaan? God de Vader heeft Zijn Zoon gegeven als een gift, allen die Hem gelovig aannemen zullen de vrede vinden. Zoek dan het geloof en de vrede bij de Bron van het Leven. U kunt geen geloof maken, u kunt uzelf niets laten opdringen maar als u de ernst van uw situatie inziet en dan de liefde van God de Vader en die van de Heere Jezus Christus ontdekt, dan kunt u niets anders dan Hem gelovig omhelzen. De Genade van onze Heere Jezus Christus zij met U. Amen.