Volg ons op YouTube

Voorzichtig

‘De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige merkt op zijn gang, Spr. 14:15.’

Om de tekst boven deze overdenking goed te kunnen begrijpen zullen we wat door de Bijbel heen bladeren en zien wat zij zegt over de kloekzinnige. Het woord ‘kloekzinnige’ komen we twee keer tegen in de Bijbel, één keer in Job en één keer in Spreuken. Het woord ‘kloekzinnig’ vinden we één keer in Job en vijf keer in Spreuken. Het Hebreeuwse grondwoord “aruwm”, waar beide woorden vanaf stammen, komen we naast de boeken Job en Spreuken één keer tegen in het boek Genesis. ‘De slang nu was listiger (aruwm) dan al het gedierte des velds, hetwelk de HEERE God gemaakt had,… Gen. 3:1.’ Als ik nu het kloekzinnige karakter in de lijn van de listige slang plaats, dan geeft mij dat een vertroebeld beeld omdat ik in de slang het grootste gevaar zie dat ik koppel aan het meest verschrikkelijke moment van de wereldgeschiedenis. Het was deze listige slang die tot Eva kwam en haar verleidde tot ongehoorzaamheid aan Gods gesproken Woord, zij luisterde en ook Adam hechtte meer geloof aan het woord van de slang dan aan het Woord van God. Zo is de dood in de wereld gekomen. Hoewel dit waar is, wil dit niet zeggen dat listigheid op zichzelf verkeerd is, het is meer hoe listigheid gebruikt wordt. We zien dat we door de ervaring een lading geven aan een bepaald woord. Als wij bijvoorbeeld een naam horen noemen, dan associëren wij deze naam met de ervaring die wij hebben gekoppeld aan deze naam. Als er bij mij vroeger een hele vriendelijke, oppassende en nette jongen in de klas heeft gezeten met de naam Peter, dan zal ik deze positieve eigenschappen ongemerkt koppelen aan een volgend persoon die ik tegen kome met dezelfde naam. Toch moeten wij leren om onbevangen, zonder oordeel en veroordeling iedere persoon tegemoet te treden. Niet alle jongens met de naam Karel, zijn onvriendelijk omdat ik jaren geleden een onvriendelijke Karel heb gekend. Zo hoeft listig niet slecht te zijn alleen omdat de duivel gebruik gemaakt heeft van de listige slang.

Laten we kijken wat Spreuken ons leert over ‘kloekzinnigheid’, dat dus afstamt van hetzelfde woord als listigheid. We gaan niet inhoudelijk in op de teksten maar zoeken de betekenis van ‘kloekzinnigheid’. Spreuken 12:16 zegt: ‘De toorn des dwazen wordt ten zelven dage bekend; maar die kloekzinnig is, bedekt de schande, Spr. 12:16.’ ‘Kloekzinnigheid’ staat in deze tekst tegenover ‘dwaasheid’. In Spreuken 12:23 staat: ‘Een kloekzinnig mens bedekt de wetenschap; maar het hart der zotten roept dwaasheid uit.’ ‘Een kloekzinnig mens’, staat hier tegenover ‘de zot’. Zo ook in Spreuken 13:16 en 14:8. In al de volgende teksten in Spreuken staat de kloekzinnige, net als in de tekst van deze overdenking, tegenover de slechte. We moeten dus de dwaze, de zot en de slechte op één lijn zetten, waarbij wij bij slecht niet moeten denken aan iets verkeerds maar iets ongeleerds of eenvoudig, zoals ook blijkt uit Psalm 19:8: ‘De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.’

Nu we de ongeleerde dwazen en zotten hebben gezien tegenover de kloekzinnige, begrijpen we dat hij of zij die kloekzinnig is, is onderwezen en het onderwijs in praktijk brengt. Niet hij is wijs, die een groot verstand heeft, maar die de kennis ook gebruikt ten goede. Onze tekst zegt: ‘De slechte gelooft alle woord; maar de kloekzinnige merkt op zijn gang, Spr. 14:15.’ De slechte, of hij die onervaren en ongeleerd is geloofd alle woord dat tot hem komt, hij denkt niet verder na, terwijl de kloekzinnige goed oplet wat hij doet. De kloekzinnige was ook eens ongeleerd en onervaren, maar door alles wat hij heeft gehoord, gezien en ervaren, weet hij dat hij voorzichtig moet zijn.

De kloekzinnige zegt met David: ‘De wet des HEEREN is volmaakt, bekerende de ziel; de getuigenis des HEEREN is gewis, den slechten wijsheid gevende.’ “Ja”, zegt de kloekzinnige; “eens ging ik af op wat ik voelde, hoorde en wat andere mensen deden, maar nu ik het Woord van God ken, is dat mijn richtsnoer. Het heeft mij onderwezen en geeft mij richting in het leven.” In het Woord van God wordt de wil van God geopenbaard, Zijn heiligheid getoond en klinkt de oproep aan alle mensen hoe zij leven kunnen en moeten. De kloekzinnige zal dan ook niet zomaar ingaan op de roepstem van de mensen maar toetsen of dat wat gezegd wordt ook is naar het Woord van God dat hem de wijsheid van Boven leert.

De kloekzinnige is niet alleen verstandig, slim en soms positief listig, maar vooral voorzichtig, waait niet met alle winden mee en wordt niet snel ontmoedigd door dat wat mensen van hem of haar zeggen en vinden. Deze voorzichtigheid drijft steeds uit naar de Heere en Zijn Woord en juist dat is waardoor de voorzichtige steeds meer leert om af te zien van eigen inzicht en gevoel. De voorzichtige denkt aan de geschiedenis van de Heere Jezus, Die net als Adam en Eva beproefd werd met voedsel. Adam en Eva, zagen, begeerden en aten. De Heere Jezus, was hongerig na veertig dagen en nachten zonder eten en juist toen, op het zwakste moment, kwam de duivel om Hem te verzoeken. ‘Indien Gij Gods Zoon zijt, zeg, dat deze stenen broden worden, Matth. 4:3.’ De dwaze, zou op dit moment alles gedaan hebben om te bewijzen wie hij wel niet was. Maar de Zoon van God, de Almachtige, liet zich niet misleiden, maar sprak: ‘Er is geschreven: De mens zal bij brood alleen niet leven, maar bij alle woord, dat door de mond Gods uitgaat, Matth. 4:4.’ De Heere Jezus, Die niet gekomen is om de wet of de profeten te ontbinden maar te vervullen (Matth. 5:17), versloeg hier de duivel met het gesproken Woord van God. Zo mogen wij leren om het Woord van God in de praktijk te brengen en op momenten van verzoeking te zeggen: “Er staat geschreven.” De Heere Jezus, volmaakt God en mens in één persoon, bleef staande opdat ook wij in Zijn kracht staande kunnen blijven. Hij, de meest kloekzinnige, voorzichtige en geheel zondeloze Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren was, Hij gaf Zichzelf vrijwillig over in de handen van hen die Hem spijkerde aan het kruis. Daar droeg Hij de straf die wij mensen verdiend hebben, opdat wij bevrijd van schuld en zonden weer terug zouden komen in de gemeenschap met God de Vader.

Lieve vrienden, zie toch het Lam van God, dat de zonden der wereld wegneemt. Zonder en buiten Hem zijn alle mensen dwaas, zot en totaal verloren, Hij de opperste Wijsheid roept de mensen op zich te bekeren door zich af te wenden van de dwaasheid van deze wereld en zich te keren tot de levende God. Hij is de bron van zaligheid, leven en volkomen wijsheid. De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid. De kloekzinnige is hij of zij die de HEERE vreest, Hem liefheeft met heel het hart en rust in het offer dat Hij bracht. ‘De wereld gaat voorbij, en haar begeerlijkheid; maar die den wil van God doet, blijft in der eeuwigheid, 1 Joh. 2:17.’

Alle mensen hebben gezondigd en verdienen de dood (Rom. 3:14,23) en allen die zichzelf vernederen voor God (Jak. 4:10), door te buigen, hun zonden te belijden (1 Joh. 1:9) en in het geloof de Heere Jezus aannemen (Joh. 1:12) als de Enige bron van leven (Hand. 4:12), ontvangen uit genade door het geloof het eeuwige leven (Joh. 3:15).

Ik zou willen zeggen dat alleen zij kloekzinnig zijn, die als zij het Woord van God horen, het ontvangen, overdenken en in de praktijk brengen. Jakobus zegt het zo: ‘En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende. Want zo iemand een hoorder is des Woords, en niet een dader, die is een man gelijk, welke zijn aangeboren aangezicht bemerkt in een spiegel; Want hij heeft zichzelven bemerkt, en is weggegaan, en heeft terstond vergeten, hoedanig hij was. Maar die inziet in de volmaakte wet, die der vrijheid is, en daarbij blijft, deze, geen vergetelijk hoorder geworden zijnde, maar een dader des werks, deze, zeg ik, zal gelukzalig zijn in dit zijn doen, Jak. 1:22-25.’

Gelukzalig zijn zij, die het Woord van God ontvangen en als kloekzinnigen wandelen tot eer en glorie van God de Vader, door het geloof in Zijn Zoon en geleid door de Heilige Geest. Zo is er dan geen verdoemenis voor diegene die in Christus Jezus zijn (Rom. 8:1), wat een volmaaktheid in Christus, hoe schittert in Hem alles wat wij nodig hebben om gelukzalig te kunnen leven en te sterven. Dezelfde kracht waarmee Hij opstond uit de dood is in hen die door het geloof niet zien op de dwaasheid van de wereld die voorbijgaat maar wandelen in afhankelijkheid en onderwerping tot glorie van God. De Heere Jezus sprak: ‘Een iegelijk dan, die deze Mijn woorden hoort en dezelve doet, dien zal Ik vergelijken bij een voorzichtig man, die zijn huis op een steenrots gebouwd heeft, Matth. 7:24.’ Vrienden laten wij waken, bidden, wandelen en bouwen als deze kloekzinnige man. En denk daarbij aan de woorden van onze Heiland: ‘Ziet, Ik zende u als schapen in het midden der wolven; zijt dan voorzichtig gelijk de slangen, en oprecht gelijk de duiven. Matth. 10:16.’ Amen.