Volg ons op YouTube

Wat is bekering?

‘Daarom, afgelegd hebbende alle vuiligheid en overvloed van boosheid, ontvangt met zachtmoedigheid het Woord dat in u geplant wordt, hetwelk uw zielen kan zalig maken. En zijt daders des Woords, en niet alleen hoorders, uzelven met valse overlegging bedriegende, Jak. 1:21,22.’

Boven deze overdenking staat geschreven: “Wat is bekering?” Ik bemerk dat er veel mensen zijn die een verkeerd begrip hebben van bekering. Veel jonge mensen die ik ontmoet, hebben een on-Bijbels begrip van bekering. Zij spreken over mensen die bekeert zijn, alsof het een gepasseerd station is. In hun beleving zijn deze mensen heilig en heel bijzonder, de bekering is onbereikbaar voor hen. Zij leven niet met de vraag of zijzelf wedergeboren zijn of dat er voor hen hoop op behoud is. Zij zien in hun eigen hart alleen maar zonden en schuld en dat past niet bij het beeld van een “bekeerd” mens. Veel van deze jonge mensen hebben nog nooit een persoonlijk gesprek gevoerd met zo’n zogenaamd bekeerd persoon. In hun beleving is er ook een enorme kloof tussen hen en een bekeerd persoon. Als je hen vraagt of zij kunnen sterven, dan geven zij als antwoord dat zij niet bekeerd zijn. Het feit is dat zij ten diepste ook niet bekeerd willen zijn omdat het leven er dan somber uit gaat zien. Ze hopen eigenlijk dat ze één uur voor hun sterven bekeerd mogen worden. Hoe dit alles in het werk gaat is echter één groot vraagteken.

Lieve mensen, als u mag geloven dat u door genade een kind van God bent, bid dan voor deze jonge mensen, of de Heere hun ogen wil openen voor hun verschrikkelijke staat waarin zij leven. Dat zij schuldig zijn tegenover God en moeten sterven om dan voor eeuwig verloren te gaan. Bid of God hun ogen wil openen voor de zaligheid die geopenbaard is in de Heere Jezus. Hij is de Weg de Waarheid en het Leven en allen die tot Hem de toevlucht nemen zullen behouden worden. Laat alstublieft zien en bemerken wie de Heere Jezus voor u is en getuig van het heerlijke werk in uw leven. Laat hen zien en horen hoe waardevol uw leven met uw hemelse Vader is. Dring er bij hen op aan dat zij de Bijbel gaan lezen en bid samen met hen. Wees ook open en eerlijk tegen hen opdat het verschrikkelijke on-Bijbelse beeld dat zij van een “bekeerd” mens hebben, mag wegvallen. Wie u ook bent, wij zijn zwakke mensen, geneigd tot alle kwaad, er komen geen perfecte mensen in de hemel, er komen geredde zondaren in de hemel die weten dat het alleen genade is waardoor zij gered zijn.

Om een goed begrip te krijgen van de term bekering is het goed om drie soorten bekering te onderscheiden.

  1. De eerste bekering

  2. De schijn bekering

  3. De voortgaande bekering.

1. De eerste bekering.

Als de Heere Jezus ons oproept: ‘Bekeert u en gelooft het Evangelie, Mark. 1:15.’ Dan zouden we kunnen zeggen dat de Heere Jezus hier doelt op de eerste bekering. Het is eigenlijk vrij vertaald de oproep en aansporing om tot inzicht te komen dat wij gezondigd hebben tegenover God en dat deze schuld alleen weggedaan kan worden door ons gelovig vertrouwen te stellen in het offer van de Heere Jezus Christus aan het kruis van Golgotha.

Hoe gaat dit dan in z’n werk?

God werkt altijd door Woord en Geest, Het Woord van God wordt gepredikt, in de kerken, op de straten, tijdens familie bezoeken en op vele andere manieren. De Heilige Geest werkt krachtig door dit Woord in de harten van hen die het horen. Het is de volle verantwoording van de mens om te reageren op dit Woord. We zagen in de tekst boven deze Bijbelse overdenking, dat we het Woord dat in ons geplant wordt gelovig moeten ontvangen (Jak. 1:21). Hoe heerlijk en krachtig zijn deze woorden, het Woord is in u geplant, dat zien we ook in de gelijkenis van het zaad in Matth. 13:19, het zaad is in het hart gezaaid. U kunt er niet omheen. Wat doet u met dit gezaaide zaad? Wat doet u met het Woord van God? Laat u het uit uw hart rukken door de boze, vertrapt u het door uw eigen weg te gaan of laat u het verstikken door al uw zorgen?

Kom toch tot het inzicht dat u een zondaar bent, u hebt gezondigd tegen de levende God en daarom heeft u de dood en de hel verdient. De tollenaar in de tempel wist dat hij gezondigd had en sloeg zich op zijn borst terwijl hij het uitriep: ‘O God, wees mij zondaar genadig.’ Dat is de juiste plaats die elke zondaar moet innemen. Als u inziet dat u gezondigd hebt, dan weet u ook dat u verloren moet gaan. Er is geen hoop in uzelf, er is geen mogelijkheid om door eigen werk, door bidden, kerkgaan, goede werken of wat dan ook, ooit die enorme kloof te overbruggen. God is Heilig en rechtvaardig, u bent een zondaar en God kan geen gemeenschap hebben met uw zonde. Zoek het dan niet in uzelf, zoek het daar waar het te vinden is. God heeft gezorgd voor het Middel. Jezus, de Zoon van God is gekomen naar deze aarde en heeft de Weg willen openen naar de Vader. Hij is in de plaats van zondaren aan het kruis genageld. De toorn en de vloek die op ons lag is op Hem gelegd. In de wonden van de Heere Jezus is vergeving voor iedere zondaar die tot Hem komt.

De ware bekering bestaat dus uit het inzien van uw zondigheid, het toevlucht nemen tot de Heere Jezus, voor wie u al uw zonden beleid en vertrouwen dat Hij alleen uw zaligheid is. Er is genade voor de grootste der zondaren!

2. De schijn bekering.

Helaas zijn er maar al te veel bekeringen die uit zullen lopen op een eeuwige mislukking. We kunnen dit breed uitmeten, maar kort gezegd komt het hierop neer dat zij die bouwen op een schijnbekering, niet bouwen op het enige fundament, de Heere Jezus Christus. Veel mensen beleven schuld omdat zij gezondigd hebben tegen God, ze gaan gebukt onder hun zonden, lezen in de Bijbel en bidden maar nemen niet de toevlucht in het geloof tot Hem die alleen hun schuld verzoenen kan. Anderen hebben Jezus aangenomen, zonder enig besef wie zij zelf zijn en wie Jezus is. Jezus is de Zoon van God, Die zo zwaar heeft moeten lijden en de toorn van God heeft moeten ondergaan vanwege de afschuwelijke zonden die wij bedrijven. Zij die bouwen op deze bekering, beseffen niet wie God is en wie zij zijn. Zij spreken over Jezus, werken voor Jezus, sommigen profeteren in Zijn Naam, anderen werpen duivelen uit in Zijn Naam of doen grote wonderen. Maar hoor wat Jezus zegt: ‘Niet een iegelijk die tot Mij zegt: Heere, Heere! zal ingaan in het Koninkrijk der hemelen, maar die daar doet den wil Mijns Vaders, Die in de hemelen is. Velen zullen te dien dage tot Mij zeggen: Heere, Heere, hebben wij niet in Uw Naam geprofeteerd, en in Uw Naam duivelen uitgeworpen, en in Uw Naam vele krachten gedaan? En dan zal Ik hun openlijk aanzeggen: Ik heb u nooit gekend; gaat weg van Mij, gij die de ongerechtigheid werkt, Matth. 7:21-23.’ O, moge God de ogen openen om te zien wie Hij is en wie wij zijn. Dat we straks niet tot de verschrikkelijke ontdekking komen dat we op zandgrond hebben gebouwd. Allen met een ingebeelde, oppervlakkige, aangeprate bekering, hebben vandaag nog de tijd om zich werkelijk tot God te bekeren, het is nog de dag van genade er is hoop ook voor u.

3. De voortgaande bekering.

Zij die tot het inzicht moesten komen dat er tussen God en hen een enorme kloof was geslagen vanwege hun zonden en hun toevlucht hebben leren nemen tot de Heere Jezus zijn wedergeboren. Zij weten dat al het oude voorbij gegaan is en alles nieuw is geworden. Is het dan altijd blijdschap, vrijheid en vrede? Was het maar waar. De heerlijke woorden uit Rom. 8:1 ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest.’ Zijn van toepassing voor elke kind van God. Maar o als dat vlees weer de overhand krijgt en de zonde zich openbaart, dan is de vrede en de blijdschap in de Heere kwijt. Dan is het oordeel er weer en dan zijn er tijden dat het kind van God niet meer kan zien dat zijn behoud in de Heere Jezus geborgen is. Lieve vrienden, u hebt uw zaligheid gevonden aan de voet van het kruis. Juist toen u een streep door uw eigen leven, uw eigen werken en uw eigen gerechtigheid moest zetten, vond u vrede in het offer van de Heere Jezus. Zoek het dan ook nu niet in uzelf, er is geen hoop op verbetering, uw hart is zondig en de wereld heeft zoveel verleidingen, de satan kent uw zwakke plek en zal alles in het werk stellen om u uw blijdschap en vrede in de Heere te ontnemen. Kom dan, hef uw hoofd omhoog en zie op Jezus. Hij is uw leven geworden en in Hem is alleen uw kracht. In zijn bloed vindt u uw leven. U bent met Hem gestorven aan het kruis, begraven maar ook weer opgestaan in het nieuwe leven. U bent gerechtvaardigd door het geloof in de Heere Jezus en daardoor is er vrede met God.

Ook nu word u opgewekt om te wandelen in het geloof. Jezus alleen is uw kracht!

Nu u geloven mag dat u wedergeboren bent door het zien op Jezus, mag u de weg met Hem gaan. Hij is uw leven en in Hem bent u volmaakt. ‘Maar uit Hem zijt gij in Christus Jezus, Die ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking en verlossing, 1 Kor. 1:30.’ God de Vader ziet u aan in het offer van Zijn Zoon en in Hem bent u rechtvaardig en heilig. God is begonnen en Hij zal het voleindigen. ‘Vertrouwende ditzelve, dat Hij Die in u een goed werk begonnen heeft, dat voleindigen zal tot op den dag van Jezus Christus, Filip. 1:6.’ Tegelijk wordt u opgeroepen om uzelf dood te houden voor de zonde (Rom 6), om uw oude leven af te leggen en het nieuwe aan te doen. Niet in eigen kracht maar door de kracht Gods die in u werkt. ‘Want het is God Die in u werkt beide het willen en het werken, naar Zijn welbehagen, Filip. 2:13.’

De voortgaande bekering houd in dat we vernieuwt worden naar het beeld van God. De hemelse pottenbakker maakt ons een vat tot Zijn eer. We gaan worden zoals Jezus, dat betekent dat we steeds meer sterven aan onszelf. Daarom vertragen wij niet; maar hoewel onze uitwendige mens verdorven wordt, zo wordt nochtans de inwendige vernieuwd van dag tot dag, 2 Kor. 4:16.’ Dat vernieuwen betekent dus het afleggen van onze oude gewoonten en het aandoen van de nieuwe. De oude gewoonten zoals hoererij, onreinheid, verkeerde hartstochten, gierigheid, kwaadheid, het lasteren, het spreken van vuile taal en liegen, horen allen bij de oude gewoonten. Zoals we lezen in Kolossenzen 3:1-17, hiervoor in de plaats doen we de nieuwe gewoonten aan als, barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid, verdragend, vergevingsgezind, liefde, de vrede van God en het leren en vermanen. Kortom alles is nieuw en alles wordt nieuw. Zo gaan we steeds meer gelijken op Jezus in onze handel en wandel. ‘En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld Desgenen Die hem geschapen heeft, Kol. 3:10.’ Dit gebeurt niet door hard te werken, maar door stil te zitten aan de voeten van de Heere Jezus. Het Woord van God op te eten, biddend en verlangend uitzien naar de verheerlijking van Gods lieve Naam in onze levens en door ons te laten leiden door de Heilige Geest die in ons woont. De haat tegen de zonde en de verleiding van de wereld hoort bij onze nieuwe natuur, we verlangen om God in alles te gehoorzamen en net als Jezus onze wil te onderwerpen aan die van onze Vader.

Als u dit verlangen en dit bovennatuurlijke werk van God niet kent in uw leven, dan bent u geen kind van God!

Vandaag is er hoop voor u, want Jezus leeft. Bekeert u dan van uw zonden en gelooft het Evangelie. Uw tijd is kort, nog even en we zullen allen voor Gods Rechterstoel staan, hoe zal het dan met u en mij zijn? God kent ons hart, voor Hem kunnen we ons niet beter voordoen dan we werkelijk zijn. Onderzoek uzelf dan aan de hand van Gods Woord. Als u nu tot het inzicht bent gekomen dat u niets kent van dat vernieuwende werk in uw leven, wanhoop dan niet maar vlucht tot de Levende God. Zoekt den Heere en leef.

Lieve broeders en zusters, u die mag geloven dat de Heere in u een goed werk begonnen is, weet dat Hij het zal voleindigen. Luister naar het gebed van Paulus. ‘Ik bid u dan, broeders, door de ontfermingen Gods, dat gij uw lichamen stelt tot een levende, heilige en Gode welbehaaglijke offerande, welke is uw redelijke godsdienst. En wordt dezer wereld niet gelijkvormig, maar wordt veranderd door de vernieuwing uws gemoeds, opdat gij moogt beproeven welke de goede en welbehagende en volmaakte wil van God is, Rom. 12:1,2.’ Christus heeft Zijn leven voor ons geofferd, laten wij dan in Zijn voetsporen gaan, onszelf opofferend tot behoud van onze naasten. O laten wij het niet hier in deze wereld zoeken, nog even en alles wat wij zien zal er niet meer zijn. Laten wij onze krachten, nu we ze nog hebben, inzetten in dienst van de Heere, op die plaats waar God ons gesteld heeft. Volg gehoorzaam Zijn stem, opdat Zijn Naam verheerlijkt wordt. Nog een kleine tijd en we zullen altijd bij Hem zijn, o wat een heerlijk vooruitzicht. Amen.

Tot U, Heer Jezus, voert mijn baan;

ik ga getroost; het uur zal slaan,

dat ik aan ‘t eind ben van mijn reize.

Hier heb ik niets dan U, o Heer.

Gij waakt als herder trouw en teer;

och, dat mijn hart uw liefde prijze.

Eens vloot uw bloed, het vloot voor mij;

Heer Jezus, wie heeft lief als Gij?

Door U, Heer Jezus, is mijn heil;

Gij hadt voor mij uw leven veil,

en hebt m’ een heerlijk lot beschoren.

Niets dat mij ooit voldoening gaf,

als Gij niet waart mijn steun en staf;

niets kan mij buiten U bekoren.

Door U is al mijn troost in smart,

door U rust ik aan ‘t vaderhart.

Met U zet ik, door niets gestoord,

in deez’ woestijn mijn wandel voort,

waarin ook Gij geen rust kon vinden.

Wacht mij dan soms een harde strijd,

‘k weet, dat G’ een trouwe helper zijt

uit alle nood, voor al uw vrinden.

O Heer, geef toch dit ene mij,

dat ik steeds wandel aan uw zij!

Voor U mag slechts mijn harte slaan,

want Gij hebt aan het kruis voldaan;

Gij hebt het leven mij verworven.

Van zond’ en dood ben ik bevrijd,

en tot uw zaal’ge dienst gewijd;

ik leef, omdat Gij zijt gestorven.

O, welk een heil, wat zaligheid,

‘k ben dra bij U in heerlijkheid.

Bij U is mij een plaats bereid,

waar mij een eeuw’ge rust verbeidt;

bij U is alle strijd volstreden.

Daar zal ‘k uw heerlijk aanschijn zien,

daar eeuwig U mijn hulde bien,

volmaakter dan ooit hier beneden.

‘k Zal dan verheerlijkt zijn als Gij,

en juichen in der heil’gen rei.