Volg ons op YouTube

Wat is ons doel?

‘Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg ik: Verblijdt u, Filip. 4:4.’

Een leven zonder doel is een doelloos leven. Nu komt de belangrijke vraag tot ons: “Wat is het doel van ons leven?” Als wij eenmaal een doel voor ogen hebben, dan richten wij ons leven in om dat doel te bereiken. We zien dit om ons heen in de praktijk van elke dag. Er moeten keuzes gemaakt worden. Ook aan de vraag boven deze overdenking zijn keuzes gekoppeld. Eigenlijk moeten wij heel ver terug in de geschiedenis om te zien dat wij mensen al een keuze gemaakt hebben. God schiep de hemel en de aarde. Hij is de Schepper van alle dingen. Hij is de Eigenaar van heel Zijn schepping. Hij heeft ons mensen gemaakt met een hoger doel. Hij is het waard om gediend te worden. ‘Gij Heere, zijt waardig te ontvangen de heerlijkheid, en de eer, en de kracht; want Gij hebt alle dingen geschapen, en door Uw wil zijn zij, en zijn zij geschapen, Openb. 4:11.’ Toch lezen wij in het begin van de Bijbel hoe de hele schepping, die zeer goed was in het oog van God, is geworden tot dat wat wij nu zien en beleven. De dood is gekomen op de ongehoorzaamheid van de mens. De duivel heeft ons mensen verleid om als God te willen zijn. De duivel heeft God voorgesteld als een leugenaar en Adam en Eva hebben meer geloof gehecht aan de woorden van de duivel dan aan God. Adam en Eva kozen tegen God, zij kozen bewust voor een ander doel. Hun doel was om als God te zijn. De dood was belooft op de zonde en de dood is vandaag de ernstige realiteit aan wie niemand ontkomt.

God schiep ons naar Zijn beeld, wij kozen tegen God en verloren daarmee het beeld van God. De gevallen mens is zondig en opstandig tegen God en Zijn wil. De Bijbel zegt: ‘Allen zijn zij afgeweken, tezamen zijn zij onnut geworden; er is niemand die goed doet, er is ook niet tot één toe, Rom. 3:12.’ Ondanks deze feiten komt God tot de in zonde levende mens, die geestelijk dood is, met de Boodschap van Zijn genade. Wij zien als het ware één groot dal met doden en dan komt tot hen de boodschap van God: ‘Ontwaakt, gij, die slaapt, en staat op uit de doden; en Christus zal over u lichten, Ef. 5:14b’ Dan is daar een dode zondaar die door de werking van Gods Geest het blinde oog opent en ziet op Jezus. Daar begint het nieuwe leven en is de profetie in vervulling gegaan: ‘Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: De ure komt en is nu, wanneer de doden zullen horen de stem des Zoons Gods, en die ze gehoord hebben, zullen leven, Joh. 5:25.’ De boodschap van Gods genade is in deze hoorder niet bij horen alleen gebleven. Het Woord werd aangenomen en geloofd. ‘Maar zovelen Hem aangenomen hebben, dien heeft Hij macht gegeven kinderen Gods te worden, namelijk die in Zijn Naam geloven, Joh. 1:12.’ Van zo’n zondaar wordt met de vader van de verloren zoon gezegd. ‘Want deze mijn zoon was dood, en is weder levend geworden; en hij was verloren, en is gevonden! En zij begonnen vrolijk te zijn, Luk. 15:24.’

Wat een blijdschap als een zondaar, liggend onder Gods toorn, is verlost van de vloek en een kind van God is geworden. ‘Zo is er dan nu geen verdoemenis voor degenen die in Christus Jezus zijn, die niet naar het vlees wandelen, maar naar den Geest, Rom. 8:1.’ In Christus is er geen veroordeling meer, Zijn bloed, Zijn lijden, ja Zijn offer, werd het leven voor allen Die Hem gelovig omhelzen.

Om nu niet te ver van het doel van deze meditatie af te wijken is het de vraag wat het doel is van de zaligheid? Is de redding het doel op zich? Heeft u enig zicht op het doel van uw leven? Misschien denkt u helemaal niet zo serieus na over deze vraag. Toch is het van levensbelang om vandaag stil te staan bij het doel van uw leven. Maak de balans eens op. Waar gaan uw verlangens naar uit? Waar bent u de meeste tijd in de week met uw gedachten?

Het doel van de meeste mensen is verbonden aan deze aarde. “Geniet, want we leven maar één keer,” zo is het motto. We moeten er nu van maken wat er van te maken valt.

Maar zie, er is vreugde en blijdschap met runderen te doden en schapen te kelen, vlees te eten en wijn te drinken, en te zeggen: Laat ons eten en drinken, want morgen zullen wij sterven, Jes. 22:13.’ Er is wat dat betreft, niets nieuws onder de zon. De mens is sinds de zondeval van het werkelijke doel afgeweken. De mens heeft zelf doelen gemaakt en maakt zich niet druk om Gods oordeel. Hoe ziet God ons doel? Wat als Hij u ter verantwoording roept? Wordt God geëerd, in en met ons doel?

Misschien is ons doel een gelukkig huwelijk. Een gelukkig gezin. Een goed lopende zaak of een leuke baan. Carrière maken, een tweede huis of auto. Al deze dingen, hoe mooi ze ook kunnen zijn, gaan eens voorbij. De Bijbel zegt hele ontnuchterende woorden: ‘Vergadert u geen schatten op de aarde, waar ze de mot en roest verderft, en waar de dieven doorgraven en stelen;

Maar vergadert u schatten in den hemel, waar ze noch mot noch roest verderft, en waar de dieven niet doorgraven noch stelen. Want waar uw schat is, daar zal ook uw hart zijn, Matth. 6:19-21.’

Gelukkig moment als u in gaat zien dat al het hier en nu inderdaad voorbijgaat. Nog gelukkiger als u de les leert om het alles in een ander perspectief te gaan zien. Als u gaat zien dat elke zegen die de Heere u geeft, bedoelt is om Hem te dienen. Als u Hem in alles nodig gaat krijgen en Hem in alles leert danken. Wat een ontspanning als u gaat begrijpen dat alles van God is en dat Hij alles regeert. Hij heeft alles in Zijn hand, waarom zouden wij ons zorgen maken? ‘Weest in geen ding bezorgd, maar laat uw begeerten in alles door bidden en smeken, met dankzegging, bekend worden bij God, Filp. 4:6.’

Als wij gaan beseffen dat wij zijn geschapen tot eer van God en dat wij met ons leven juist van God zijn afgekeerd, dan komt de vraag in ons op: ‘Hoe zal ik rechtvaardig verschijnen voor God?’ Hoe kan ik zondig mens weer met God verzoend worden? O gelukkig moment als deze vraag gesteld wordt! Ieder mens buiten Christus, is verloren, leeft voor eigen rekening en zal straks zijn welverdiende oordeel ontvangen. Maar God zij dank, er is een Verlosser! Jezus de Zoon van God is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren is. Dat is de boodschap die God ons zend. De straf die wij verdient hebben, heeft Hij willen dragen. Hij nam vrijwillig de schuld op Zich opdat zondaren schuldeloos gesteld konden worden. Hij is plaatsvervangend gestorven opdat wij in eeuwigheid zouden leven. ‘Vader vergeeft het hun, want zij weten niet wat zij doen.’ Zijn deze woorden al dierbaar geworden voor u? Hij riep het uit, aan het kruishout van Golgotha: ‘Het is Volbracht.’ Het is betaald. Nu is Mijn volk volmaakt. Wij worden uit genade zalig.

Wat een vreugdevolle vrede vervult het hart van hen die mogen rusten in Christus. Geen veroordeling en geen angst als het gaat over onze schuld. De vloek is geweken, de zegen is ons deel. God is in Christus, onze Vader. De toekomst is zeker, Hij heeft ons een plaats bereid en straks zullen wij voor eeuwig bij Hem zijn. Satan stelt alles in het werk om onze vrede te roven. Hij vergroot onze zonden en verkleint Gods genade. Hij probeert steeds weer opnieuw ons oog te richten op ons eigen vlees met haar lusten, zodat de moedeloosheid ons overvalt. Hij maakt ons wijs dat we niet vorderen in de genade en dat we onszelf bedriegen voor de eeuwigheid. Maar God zij dank, in Christus ligt onze kracht. Weg satan, je hebt de strijd verloren, Mijn Jezus leeft, Hij regeert, Hij heeft jouw kop vermorzelt en zal je straks voor eeuwig werpen in de poel van vuur en sulfer. Lieve vrienden, weet dat satan beeft als wij hem wijzen op het bloed van onze lieve Heiland. Hij weet dat er een Verlosser is, die zoveel machtiger is dan hijzelf. Laten wij zien op Hem, onze Borg en Middelaar en afzien van onszelf. In Hem zijn wij meer dan overwinnaars.

Nu komen wij bij het doel van ons leven. Wat is het doel van Gods kind? Maar al te veel zien en horen wij om ons heen het geluid dat Jezus onze Verlosser is en dat de hemel ons doel is. Jezus is niets anders als een borgstelling voor de hemel. Hij is het middel om in de hemel te komen.

Hoe ernstig als de verlossing het doel in het leven blijkt te zijn. Het doel is bereikt en het leven gaat door. Ik ontmoet mensen die werkelijk helemaal verstrikt zitten in de wereld. Er is geen onderscheid tussen hen en de mensen in de wereld. Als ik met hen spreek geven ze aan dat ze naar de hemel gaan omdat Jezus voor hen stierf. Mensen, wordt wakker! Jezus is de Verlosser. Hij verlost van de schuld, de zonde en de wereld. Als Jezus onze Verlosser is dan is Hij plaatsvervangend voor ons gestorven. ‘Want gij zijt gestorven, en uw leven is met Christus verborgen in God, Kol. 3:3.’ Wij zijn met Hem opgestaan in het nieuwe leven. Zijn leven was een leven in volle onderwerping aan de wil van Zijn Vader. Zijn Vader is dan ook onze Vader en onze wil is onderworpen aan Zijn wil. Dat betekent dat ik niet meer doe wat ik wil maar dat wat God wil. Dat betekent dat ik totaal andere keuzes maak dan de wereld. Dat betekent dat de wereld mij gaat haten omdat ik niet van de wereld ben. ‘Ziet, hoe grote liefde ons de Vader gegeven heeft, namelijk dat wij kinderen Gods genaamd zouden worden. Daarom kent ons de wereld niet, omdat zij Hem niet kent, 1 Joh. 3:1.’ De wereld is vijandig tegenover God en daarom ook tegen ons. Zij hebben Hem onze lieve Zaligmaker gehaat en zo zullen zij ons haten. ‘Indien u de wereld haat, zo weet dat zij Mij eer dan u gehaat heeft, Joh. 15:18.’ Zij haten Hem omdat Hij Zijn Vader volgde. ‘Indien gij van de wereld waart, zo zou de wereld het hare liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren, daarom haat u de wereld, Joh. 15:19.’ Niet van de wereld betekent dat de wereld ziet dat wij anders zijn. Als zij roddelen, zwijgen wij. Als zij vloeken, vloeken wij niet mee. Als zij zich verblijden in de feesten van de wereld, zijn wij afgezonderd en verblijden ons in God. Als zij dronken worden van de alcohol, zijn wij dronken van de liefde in God. Als zij zich vergapen aan de beelden die de wereld hen bied, zien wij op Christus. Als zij afleiding zoeken in de muziek, verwonderen wij ons in het suizen van de zachte stilte. Als zij op zoek zijn naar vermaak en bevrediging, genieten wij van de volle vrede in Christus. Hun blijdschap is ons droefheid en onze blijdschap is voor hen onbegrijpelijk. Kom vrienden, verblijd u in de Heere. ‘Verblijdt u in den Heere te allen tijd; wederom zeg ik: Verblijdt u, Filip. 4:4.’

Voor sommigen zal dit leven misschien zwaar klinken. Als u meent dat het niet zo hoeft, dan volgt u niet de Jezus van de Bijbel, maar een gemaakte Jezus, het is slechts een inbeelding, die straks zal verbleken wanneer u in afgrijzen zult ontdekken dat u nog nooit gered was van uw eigen ik. Het is niet omdat ik het zeg maar omdat God het ons zegt. ‘Hebt de wereld niet lief, noch hetgeen in de wereld is; zo iemand de wereld liefheeft, de liefde des Vaders is niet in hem, 1 Joh. 2:15.’ Het is zo belangrijk dat we in het Woord van God gaan ontdekken wie Hij is en hoe Jezus gewandeld heeft. Als wij onszelf dan afvragen, “wat zou Jezus doen?” dan weten wij het antwoord omdat wij Hem kennen, Hem liefhebben en zo willen leven zoals Hij leefde. Dat is de opdracht. ‘Die zegt, dat hij in Hem blijft, die moet ook zelf alzo wandelen, gelijk Hij gewandeld heeft, 1 Joh. 2:6.’

Lieve vrienden, is God en het leven in Zijn gemeenschap, ons levensdoel en de praktijk van iedere dag? Dan zijn wij geen doelmissers maar verloste zondaren, die straks zullen juichen voor Gods troon. Jezus is onze Heerlijkheid, Hij is het middelpunt van ons leven, onze verlangen en gedachten. Hij is aan Gods rechterhand en bid, totdat wij voor eeuwig met God zullen zijn in de heerlijkheid die Hij voor ons bereid heeft, o wat een dag zal dat zijn. Kom vrienden, hebt goede moed, Hij heeft de wereld overwonnen, in Hem zullen wij staan in Zijn vrede, tot roem van Zijn genade. In de wereld zullen wij verdrukking hebben maar hebt goede moed, Jezus leeft. En de gemeenschap aan zijn lijden zal straks verwisseld worden voor Zijn heerlijkheid. O wat een genade. ‘Maar gelijk gij gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, alzo verblijdt u; opdat gij ook in de openbaring Zijner heerlijkheid u moogt verblijden en verheugen, 1 Petr. 4:13.’ Amen.

Uw woord, o Here God, is onze gids ten leven;

het is op onze weg een lamp voor onze voet.

Uit liefde wilde U dit groot geschenk ons geven,

dat levend krachtig woord, dat heilig is en goed.

Uw woord is waarheid, Heer, de wijsheid uit de hoge,

dat oorsprong, zin en doel der schepping openbaart.

Dat woord houdt aan de mens zijn eigen beeld voor ogen,

toont hem zijn boze hart en diep verdorven aard.

Uw woord wil echter ook het blijde nieuws verkonden

dat U de liefde bent en heil ons hebt bereid.

Wij weten dat uw Zoon eens stierf voor onze zonden;

en wie in Hem gelooft, die leeft in eeuwigheid.

U toont ons in uw woord de glorie van uw wezen.

U, de eeuw’ge, heil’ge God, bent licht en liefde saam.

O God der heerlijkheid, zo waard te zijn geprezen,

wij noemen in de Zoon U bij uw Vadernaam.

Welzalig hij die ‘t woord der waarheid wil geloven

en door uw Woord en Geest zich willig leiden laat.

Hij geeft de wereld op en zoekt de dingen boven,

waar Christus Jezus is, die boven alles gaat.


Wilco Vos Veenendaal 22-07-2014