Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Gaat heen

‘En als Hij over aan de andere zijde was gekomen in het land der Gergesénen, zijn Hem twee, van den duivel bezeten, ontmoet, komende uit de graven, die zeer wreed waren, alzo dat niemand door dien weg kon voorbij gaan. En ziet, zij riepen, zeggende: Jezus, Gij Zone Gods! wat hebben wij met U te doen? Zijt Gij hier gekomen om ons te pijnigen voor den tijd? En verre van hen was een kudde veler zwijnen, weidende. En de duivelen baden Hem, zeggende: Indien Gij ons uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen varen. En Hij zeide tot hen: Gaat heen. En zij uitgaande, voeren heen in de kudde zwijnen; en ziet, de gehele kudde zwijnen stortte van de steilte af in de zee, en zij stierven in het water. En die ze weidden, zijn gevlucht; en als zij in de stad gekomen waren, boodschapten zij al deze dingen, en wat den bezetenen geschied was. En ziet, de gehele stad ging uit, Jezus tegemoet; en als zij Hem zagen, baden zij, dat Hij uit hun landpalen wilde vertrekken, Matth. 8:28-34.’

‘Wie is toch Deze?’ Zo hoorden wij de mensen zeggen. Hij sprak als machthebbende en niet als de Schriftgeleerden, Hij reinigde de melaatse, genas de knecht van de zieke hoofdman en bestrafte de koorts van de zieke schoonmoeder van Petrus. Hij bestrafte de wind en de zee werd stil op Zijn bevel. Wie is Hij toch? Vandaag horen wij het antwoord op deze vraag van hen die wisten Wie Hij was en beefden voor Zijn grote macht.

Nadat de storm gestild was en Jezus met Zijn discipelen aan de overkant van het meer van Galilea was aangekomen, ontmoetten zij daar bij de plaats Gerasa twee van de duivel bezeten mensen. Deze ongelukkige mensen leefden afgezonderd van de mensen tussen de graven. Wat een verschrikkelijke toestand. Markus vertelt dat het onmogelijk was de bezetene te binden zelfs niet met kettingen. Zij die in de buurt kwamen hoorden hen roepen en zagen hoe de bezetene zichzelf met stenen sloeg. Wat een kwelling als de duivel de macht heeft genomen over het leven van een mens. De leugenaar vanaf het begin, de verwoester van Gods pronkstuk op de schepping, kan niet anders dan verscheuren en verderven. En hoewel hij met zijn leugenachtige karakter op vele manieren kan verschijnen, ontmoet Jezus Hem hier in een mens die ontdaan is van alle eerbaarheid en waardigheid.

Hoor hoe zij roepen: ‘Jezus Gij Zone Gods, wat hebben wij met U te doen?’ Hier klinkt het uit de mond van de bezetene: ‘Jezus Gij Zone Gods.’ Hoewel er velen niet willen geloven, dat Jezus de Messias, de Zoon van God is, weet de duivel het maar al te goed en hij siddert.

Vrienden geloven in God is niet genoeg, geloven dat Jezus de Messias is, is ook niet genoeg, geloven dat Hij de Zaligmaker is, is ook niet genoeg. En zelfs geloven dat God een enig God is, is niet genoeg. Jakobus zegt: ‘Gij gelooft, dat God een enig God is; gij doet wel; de duivelen geloven het ook, en zij sidderen, Jak. 2:19.’ Wat is geloof zonder overgave, wat is geloof zonder liefde, wat is geloof zonder werken die als vruchten van het nieuwe leven openbaar komen? Kortom, geloof in God is belangrijk, maar overgave aan God in het vertrouwen dat ons alle zonden om Christus wil vergeven zijn, dat maakt ons door genade het eigendom van God de Vader.

De duivel gelooft dat Jezus de Zoon van God is en roept: ‘Wat hebben wij met U te doen?’ Wat overeenstemming heeft de duisternis met het Licht? Als het Licht van de wereld de werken van de duisternis openbaart dan siddert de duivel en roept het uit: ‘Zijt gij hier gekomen om ons te pijnigen voor den tijd?’ De duivel, die zichzelf hier in deze mensen ophield met zijn legioen demonen, begrijpt dat zijn duisternis zal moeten wijken in de confrontatie met het Licht van de wereld. Hoewel de duivel niet precies weet wanneer de grote dag van het oordeel zal aanbreken, weet hij wel dat het rijk van de duisternis uiteindelijk zal eindigen in de poel van vuur en sulfer. Nu, oog in oog met de Zoon van God, siddert satan, bevreesd om nu gepijnigd te moeten worden. O welk een duistere macht is toch satans macht, belust op het pijnigen en verwoesten van mensenlevens, siddert hij als hij bedenkt zelf pijnen te moeten lijden. En zoals het spreekwoord zegt; ‘nood leert bidden’, ziet zelfs de duivel geen andere uitkomst dan te bidden.

Terwijl wij verderop een kudde van zo’n tweeduizend zwijnen zien lopen, horen we het gebed van de duivelen: ‘Indien Gij ons uitwerpt, laat ons toe, dat wij in die kudde zwijnen varen.’ Hoewel Jezus nog geen woord gesproken had, beeft satan omdat hij weet dat er niet te spotten valt met de almacht van Deze Jezus. ‘Als het dan echt zo is dat wij uitgeworpen worden, laat ons dan toe om intrek te nemen in de zwijnen.’

Lieve vrienden wat moet het ons bemoedigen om te zien dat satan niets kan uitrichten zonder de wil van onze God. Net zoals de wind en de zee Hem gehoorzamen, zo moet ook satan gehoorzamen en kan niets doen zonder de toelating van God almachtig. Laten wij toch beseffen hoe groot en heerlijk God is, hoe aanbiddenswaardig is Zijn macht en heerschappij, niemand van ons hoeft te wanhopen aan zijn of haar toestand want Jezus regeert. Als wij onder ogen zien dat er maar twee rijken zijn, het rijk van de duisternis, tegenover het rijk van het Licht, dan is het de vraag: ‘Tot welk rijk behoren wij?’ Niet door onze werken, niet door onze gebeden maar alleen in overgave met het gelovig vertrouwen dat ons al onze zonden om Christus wil vergeven zijn, mogen wij weten onderdanen van het Koninkrijk van God te zijn. Zolang wij nog niet God lief hebben boven alles en de voetstappen van Jezus volgen, zijn wij onderdanen van het rijk der duisternis. Kom dan tot Jezus en laat Hem u verlossen van de helse machten.

Hoor Zijn antwoord op het gebed van de duivelen: ‘Gaat heen.’ En het legioen moet haar prooi verlaten om te varen in de onreine beesten. Hier klinkt het Woord van de Almachtige: ‘Gaat heen.’ En we zien hoe de hele kudde zwijnen van de steilte in het water stort en verdrinkt.

‘Wie is toch Deze?’ Het is de Zoon van God, Die gekomen is om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren is. Hij heeft Zichzelf vernederd door mens te worden zoals wij, Hij, de zondeloze, liet Zich gewillig aan een kruishout nagelen om de straf die op ons rustte weg te dragen en ons het eeuwige leven te schenken. Hij is als de overwinnaar over de dood, de hel en het graf opgestaan en opgevaren naar de hemel waar Hij bidt voor al de Zijnen. Nog even en Hij komt als de Koning der Koningen om voor eens en voor altijd af te rekenen met het rijk der duisternis. Dan zullen allen die niet voor Hem hebben willen buigen, horen: ‘Gaat heen.’ Al hebben we dan gelooft in God, al hebben we geloofd in de Zoon van God, tot Hem gebeden of in Zijn Naam duivelen uitgeworpen, toch zullen wij horen; ‘gaat heen’, als wij Hem niet gediend hebben met ons hele hart en leven. O vrienden, wat een ernstige boodschap. Maar tegelijk hoe heerlijk dat wij vandaag mogen nadenken over de Zoon van God, en mogen weten dat iedereen die tot Hem komt, welkom is en op het gebed, vergeving van zonden ontvangt. Hij verbreekt alle machten van de duisternis, hoe sterk die dan ook zijn. Misschien wordt u wel gekweld door satans macht, bent u bezeten door een onreine geest die u alsmaar aanport tot onreine gedachten of daden, er is hoop, want Jezus leeft! Wat uw toestand ook is, bij Jezus vindt u genezing, reiniging, bevrijding en eeuwig leven.

Laat het met ons toch niet zo zijn zoals met de mensen uit de landstreek waar dit wonder plaatsvond. Zij verkozen de onreine zwijnen boven de Zaligmaker der wereld. Zij smeekten Hem om toch alstublieft uit hun landstreek te vertrekken. Eens hadden zij de keuze gemaakt om zwijnen te hoeden en deze onreine beesten te verhandelen aan de zwijnenvlees etende heiden. Hoewel God de Vader is Zijn liefdevolle wijsheid een gebod heeft gegeven om niets onreins te eten en de overtreders te straffen, verkozen zij dit boven het leven. Ook vandaag zijn er helaas velen die meer liefde hebben tot de lusten van het vlees, ja meer liefde tot het eten, geld of goed, dan liefde tot God, Zijn wetten en Zijn Zoon, Die kwam om ons te verlossen van de vloek die op ons rustte vanwege de overtreding van die wetten.

Wat een rijkdom in Die Naam Die ons gegeven is waardoor wij kunnen en moeten zalig worden. Jezus de Messias, er is geen Naam die zoeter is dan Deze. Hij die de zieken genas, de wind en de zee tot bedaren bracht, verloste de van de duivel bezeten mensen. Vrienden, broeders en zusters, laten wij Deze Jezus volgen, onszelf aan God de Vader toewijden door te wandelen zoals Jezus gewandeld heeft. Als dat Licht van Christus door ons zichtbaar wordt, dan moet ook om ons heen de duisternis wijken. Hallelujah, Amen.

Wilco Vos Veenendaal, 01-02-2018