Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Om gekruisigd te worden

‘En het is geschied, als
Jezus al deze woorden geëindigd had, dat Hij tot Zijn discipelen zeide: Gij
weet, dat na twee dagen het pascha is, en de Zoon des mensen zal overgeleverd
worden, om gekruisigd te worden. Toen vergaderden de overpriesters en de
Schriftgeleerden, en de ouderlingen des volks, in de zaal des hogepriesters,
die genaamd was Kajafas; En zij beraadslaagden te zamen, dat zij Jezus met
listigheid vangen en doden zouden, Matth. 26:1-5.’

Nog twee dagen en dan zal het
pascha zijn, zo sprak Jezus tot Zijn discipelen. Pascha of Pesach, het feest
waar men terugkijkt op de tijd van de slavernij in Egypte en de wonderlijke
uitredding door de Almachtige hand van God. Pesach het feest van bevrijding
waar gedacht wordt aan de engel die voorbijging aan de huizen waar het bloed
van het geslachte lam aan de deurposten was aangebracht. Eindelijk een einde
aan de jarenlange onderdrukking van de vijand. Een feest door God Zelf
ingesteld opdat Israël niet vergeten zou wat er in die bijzondere nacht gebeurd
is. Terwijl het volk in vreugde uittrok, was er groot verdriet in de huizen van
de Egyptenaren. De Egyptenaren rouwden om de dood van hun eerstgeborenen
terwijl de Israëlieten vrij uitgingen omdat zij geschuild hadden achter het
bloed van het lam dat plaatsvervangend voor hen gestorven was. Ruim 1500 jaar later
zullen kinderen gevraagd hebben waarom er een lam was afgezonderd en waarom het
zo druk werd rondom Jeruzalem. Vaders hebben hun kinderen verteld dat het lam
geslacht zou worden en dat het bloed aan de deurposten zou gestreken worden.
Kinderen luisterden naar het verhaal van de onderdrukking maar ook hoe het
bloed van het lam verlossing bracht en van de vreugdevolle uittocht uit de
slavernij.

Terwijl deze verhalen verteld
worden zien we twee groepen mensen vergaderd. In de zaal van de hogepriester
Kájafas, zien we dat de overpriesters, de schriftgeleerden en de ouderlingen
van het volk bij elkaar zijn gekomen. Verderop zien we Jezus omringd door Zijn
discipelen. De eerste groep bereid zich voor op het vangen van Jezus aan Wie
zij zo’n hekel hebben. Hun afgunst is gestegen tot een dodelijke haat, ze
hebben maar één verlangen en dat is de dood van deze oproerkraaier. Ze hebben
gezien en gehoord hoe Hij wonderen deed, ze hebben gehoord hoe Hij sprak als Machthebbende
en pijnlijk ervaren dat Hij ook hen terechtwees als geveinsden. Ze begrepen dat
hoe langer dit zou voortduren, hoe meer volgelingen zij zouden verliezen en hoe
meer geprezen deze Jezus zou worden. Deze vergadering onder aanvoering van
satan zelf keerde zich tegen het Lam Gods dat gekomen is om de zonde van de
wereld weg te nemen. Terwijl alles in gereedheid werd gebracht om de Pesach lammeren
te slachten moest het Lam van God gevangengenomen worden om gekruisigd te
worden.

Nadat Petrus de belijdenis had
uitgesproken dat Jezus de Christus de Zoon van de levende God is, bereide Jezus
Zijn discipelen voor op Zijn lijden en sterven. Tot drie keer toe onderwijst
Hij hen met heldere woorden hoe het eraan toe zou gaan. We lezen in Mattheüs
16:21 de eerste aankondiging van het lijden: ‘Van toen aan begon Jezus Zijn
discipelen te vertonen, dat Hij moest heengaan naar Jeruzalem, en veel lijden
van de ouderlingen, en overpriesteren, en Schriftgeleerden, en gedood worden,
en ten derden dage opgewekt worden.’
In Mattheüs 17:22 en 23 lezen we de
tweede aankondiging: ‘En als zij in Galiléa verkeerden, zeide Jezus tot hen:
De Zoon des mensen zal overgeleverd worden in de handen der mensen; En zij
zullen Hem doden, en ten derden dage zal Hij opgewekt worden. En zij werden
zeer bedroefd.’
En in Mattheüs 20:17-19 lezen we de derde aankondiging van
het lijden: ‘En Jezus, opgaande naar Jeruzalem, nam tot Zich de twaalf
discipelen alleen op den weg, en zeide tot hen: Ziet, wij gaan op naar
Jeruzalem, en de Zoon des mensen zal den overpriesteren en Schriftgeleerden
overgeleverd worden, en zij zullen Hem ter dood veroordelen; En zij zullen Hem
den heidenen overleveren, om Hem te bespotten en te geselen, en te kruisigen;
en ten derden dage zal Hij weder opstaan.’

Door deze drie aankondigingen,
die als het ware steeds helderder worden, zien we dat Jezus voor Zijn
discipelen niet verborgen wilde houden wat Hem te wachten stond. Hij openbaarde
Zich als de Machthebbende maar ook als de Alwetende Die als een lam ter
slachting geleid zou worden. Hij heeft Zich niet verzet maar het lijden en
sterven als het ware recht in de ogen gekeken. Hij had alle macht om de
geschiedenis anders te laten verlopen maar heeft Zich gewillig onderworpen aan
de wil van Zijn Vader om zodoende voor schuldige zondaren de Weg tot de Vader
te openen. Hij zag niet op het lijden maar op de vreugde die Hem voorgesteld
was, zo heeft Hij het kruis willen dragen en de schande veracht (Hebr. 12:2).
De vreugde Die Hij voor ogen had was de vereniging van God de Vader met hen die
Hij tot Zijn kinderen zou aannemen omdat zij geloofden in en door Zijn Zoon. Er
is geen andere Naam onder de hemel gegeven waardoor de mensen moeten zalig
worden dan de Naam van Jezus. Hij moest lijden en sterven, Hij zou satans kop
vermorzelen, de dood, de hel en het graf overwinnen. Hij zou opvaren naar de
hemel om als Hogepriester te dienen en te bidden voor de Zijnen. Hij moest
heengaan om plaats te bereiden voor allen die door Hem tot God zouden gaan.

Terwijl de overpriesters, de
schriftgeleerden en de ouderlingen hun helse plan uitbroeden, vertelt Jezus
Zijn discipelen dat Hij, de Zoon des mensen, over twee dagen, met Pesach, zal
worden overgeleverd om gekruisigd te worden. Het bloed dat vloeide voor de
zonden van Adam en Eva, ja voor allen die in het geloof hebben gezien op de
offers die gebracht werden voor de zonden, zou hier nu in Christus tot haar
volle betekenis komen. Christus zou de bloedige offers vervullen en tot een
einde brengen. Hij Zelf moest sterven opdat slaven tot vrijheid zouden komen. Zijn
bloed moest vloeien opdat eenieder die achter Hem zou schuilen tot in
eeuwigheid niet zou hoeven sterven.

In gedachten zagen de
overpriesters, de schriftgeleerden en de ouderlingen hun vijand al hangen. Ze
zochten nog naar de juiste handelswijze maar vastbesloten dat waren ze. Maar
zeiden ze: ‘Niet in het feest, opdat er geen oproer worde onder het volk.’
Hier openbaren ze hun angst voor de mensen. Ze begrepen dat ze Jezus niet
moesten vangen als Hij onder de mensen was, want dan zou het volk het voor Hem
opnemen. Nee Hij moest gevangen zijn voordat het feest begon.

Vrienden wat een situatie, de
Zoon des mensen, de Zoon van God, de lang verwachte Messias, de Zaligmaker van
de wereld, gekomen om de profetieën en de schaduwen van de wet te vervullen, Hij
Die gekomen is om de zonden te verzoenen, wordt gehaat van hen die het volk
moesten voorgaan in het spoor der gerechtigheid. Hier openbaart de godsdienst
zich als een vorm die wel mooi lijkt, wel heilig overkomt, maar niets anders is
dan een broeinest van ongerechtigheid. De schriftgeleerden zouden in Deze
Christus van de Schriften het Lam van God moeten herkennen maar helaas hun
Schriftkennis zat wel in het hoofd maar niet in het hart. Ze hadden wel ogen
maar zagen niet, ze hadden oren maar hoorden niet, hun hart was nooit gebroken,
nog nooit hadden zij in oprechtheid hun knieën gebogen en tot God geroepen om
genadige ontferming. Nog nooit hadden zij ontdekt dat al hun gerechtigheid
tekortschoot, nog nooit hadden zij werkelijk beseft wat het zeggen wil te
schuilen achter het bloed. O vrienden wat een ernstige waarheid. De
ouderlingen, de schriftgeleerden en de overpriesters waren blinde leidslieden
en door hun handen zou Jezus straks gegrepen worden. Hun woorden zouden Hem
veroordelen. En hoewel dit alles moest gebeuren zal deze daad van verwerping
hen straks worden aangerekend in het uur van het oordeel.

Vrienden, voor ons komt het
eropaan dat we weten aan welke kant wij staan. Behoren wij bij de discipelen
van Jezus of behoren wij bij de vijanden van Jezus? Zelfs onder Jezus
discipelen bevond zich er één die uiteindelijk een bedrieger bleek te zijn.
Zijn liefde tot het geld was groter dan zijn liefde tot zijn Meester. Waar gaat
onze liefde naar uit? Al zijn we mensen van aanzien, voorgangers, ouderlingen
of onderwijzers of worden we gehouden voor volgelingen van Jezus, de grote
vraag is of wij Hem liefhebben en willen volgen in een kruis dragend leven of
dat uiteindelijk zal blijken dat wij Hem haten zoals de meeste mensen Hem
haten.

Het spoor dat tot het leven
leidt is een smal spoor, het is een nauwe poort en weinigen zijn er die er door
gaan, en hoewel er weinig zijn die volharden tot het einde, zal straks toch een
schare ingaan die niemand tellen kan. Zij die straks zullen ingaan beseffen tot
in het diepst van het hart dat Jezus sterven moest om onze zonden te verzoenen.
Mijn zonden, mijn vijandschap en mijn liefde tot mijzelf en de wereld bracht
Jezus aan het kruis opdat ook ik zou leren wat het is om een gekruisigd leven
te leven. Vrienden, zie het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, vlucht
tot Hem, verheerlijk Hem en maakt Zijn Naam bekend opdat velen in Hem het leven
vinden voordat het te laat is. Amen.

Wilco Vos
Veenendaal 14-01-2020