Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Sta op en vreest niet

‘En na zes dagen nam Jezus met Zich Petrus, en Jakobus, en Johannes,
zijn broeder, en bracht hen op een hogen berg alleen. En Hij werd voor hen
veranderd van gedaante; en Zijn aangezicht blonk gelijk de zon, en Zijn
klederen werden wit gelijk het licht. En ziet, van hen werden gezien Mozes en
Elias, met Hem samensprekende. En Petrus, antwoordende, zeide tot Jezus: Heere!
het is goed, dat wij hier zijn; zo Gij wilt, laat ons hier drie tabernakelen
maken, voor U een, en voor Mozes een, en een voor Elias. Terwijl hij nog sprak,
ziet, een luchtige wolk heeft hen overschaduwd; en ziet, een stem uit de wolk,
zeggende: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb;
hoort Hem! En de discipelen, dit horende, vielen op hun aangezicht, en werden
zeer bevreesd. En Jezus, bij hen komende, raakte hen aan, en zeide: Staat op en
vreest niet. En hun ogen opheffende, zagen zij niemand, dan Jezus alleen. En
als zij van den berg afkwamen, gebood hun Jezus, zeggende: Zegt niemand dit
gezicht, totdat de Zoon des mensen zal opgestaan zijn uit de doden. En Zijn
discipelen vraagden Hem, zeggende: Wat zeggen dan de Schriftgeleerden, dat
Elias eerst moet komen? Doch Jezus, antwoordende, zeide tot hen: Elias zal wel
eerst komen, en alles weder oprichten. Maar Ik zeg u, dat Elias nu gekomen is,
en zij hebben hem niet gekend; doch zij hebben aan hem gedaan, al wat zij
hebben gewild; alzo zal ook de Zoon des mensen van hen lijden. Toen verstonden
de discipelen dat Hij hun van Johannes de Doper gesproken had, Matth. 17:1-13.’

Petrus, Jakobus en zijn broer
Johannes worden door Jezus meegenomen op een hoge berg. Zowel Mattheüs als
Markus en Lukas, schrijven over dit bijzondere moment, de vervulling van de
woorden die Jezus een aantal dagen daarvoor tot Zijn discipelen gesproken had: ‘Voorwaar zeg Ik u: Er zijn sommigen van die
hier staan, dewelke den dood niet smaken zullen, totdat zij den Zoon des mensen
zullen hebben zien komen in Zijn Koninkrijk, Matth. 16:28.’
Wat een
bijzondere zegen ontvangen deze drie discipelen. Zij mogen mee, zij zijn
uitgekozen om met Jezus alleen in de stilte te zijn. Zoals we kunnen weten uit
de geschiedenissen, zoekt Jezus vaak de eenzaamheid op, vaak op een berg om
stil te zijn en te spreken met Zijn hemelse Vader. Zo ook nu, zoals we dat
kunnen lezen in Lukas 9. Terwijl Jezus in gebed is, vallen Zijn discipelen in
slaap. Zij zien niet hoe Jezus, tijdens Zijn gemeenschap met Zijn Vader begint
te stralen als de zon. Zijn kleren worden wit als de sneeuw, hier zien we de
Zoon van God bekleed met heerlijkheid, Hij de Schepper van hemel en aarde staat
hier in volle glorie, gereed om Zijn menselijk lichaam af te leggen, door de
weg van lijden en sterven heen. Hier in Zijn Koninklijke heerlijkheid ontmoet
Hij Mozes en Elia, die met Hem spreken over dat wat Hem te wachten staat in
Jeruzalem. Lukas gebruikt in hoofdstuk 9 vers 31 het woord Exodus. Hier zien we
Jezus, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt, samen met Mozes, en Elia,
vertegenwoordigers van de wet en de profeten. Hebben zij niet vanuit de wet
onderwezen dat Gods gerechtigheid, bloedstorting eist om de zonden te kunnen
vergeven, hebben zij niet opgeroepen om God alleen te dienen? Zij waren het die
zichzelf geheel overgaven in de hand van hun hemelse Vader. Zij waren het die
veertig dagen afzonderden met vasten en gebed. Hier staan zij om met Jezus te
spreken over het lijden en sterven dat Hij zal ondergaan om volkomen verzoening
te brengen voor de zonde van deze wereld. Hij zou vrijwillig Zijn leven
afleggen, Hij zou sterven, begraven worden en weer opstaan om op te varen naar
de hemel. Wat een Exodus. Hij, de Zoon van God, zou Zijn leven afleggen om voor
ons bevrijding te brengen uit de slavernij van de zonden. Zijn Exodus uit deze
wereld geeft ons hoop en moed, omdat wij weten dat ook wij straks verlost
zullen worden uit dit lichaam van de zonde om voor altijd in Zijn heerlijkheid
te zijn.

Vrienden, gelooft u dat ook?
Is Jezus ook voor u het Lam dat geslacht is om u bevrijding te brengen? De
Bijbel zegt: ‘Geloof in de Heere Jezus
Christus, en u zult zalig worden.’
Geloof is vertrouwen, het is stoppen met
vrede zoeken in iets buiten Jezus en uzelf geheel aan Hem toevertrouwen.
Geloven is vertrouwen dat het bloed van Christus u reinigt van al uw zonden.
Geloven is vertrouwen dat Jezus Christus, de Weg de Waarheid en het leven is,
en dat u door Hem vrijmoedig tot de Vader mag naderen. Dan mag u vertrouwen dat
Vader ook uw liefdevolle Vader is. ‘Zo is
er dan nu geen verdoemenis voor hen die in Christus Jezus zijn, die niet
wandelen naar het vlees maar naar de geest, Rom. 8:1.’
Geloof in Jezus en
Hij zal uw Exodus zijn. Verwerp Hem door niet te geloven en uw leven en sterven
zal rampzalig zijn.

Als Petrus, Jakobus en
Johannes hun ogen openen, zien zij Jezus in Zijn Koninklijke heerlijkheid,
samen met Mozes en Elia. Vrees vervult hun hart, wat een heerlijkheid, wie van
ons mensen kan bestaan voor zoveel heerlijkheid? Vrienden als wij oog in oog
staan met de heerlijkheid van God, dan beseffen wij onze nietigheid, er is
niets dat ons meer kan overtuigen van onze zwakheid en zondige natuur dan een
ontmoeting met Jezus in Zijn heerlijkheid. Als zij zien dat Mozes en Elia
vertrekken dan is Petrus het die als het ware, het stilzwijgen van de
discipelen verbreekt. Hij stelt voor om drie tabernakelen te maken, voor Jezus,
voor Mozes en voor Elia. Markus zegt: ‘Want
hij wist niet wat hij zei; want hij was zeer bevreesd.’
Zou Petrus, die er
maar niets voor voelde dat Jezus sterven zou, deze kans aangrijpen om voor
altijd op deze berg te blijven? We weten het niet. Maar als we eerlijk zijn,
dan herkennen we het verlangen van Petrus. Willen wij de momenten van
bijzondere openbaring niet vasthouden en er als het ware in blijven hangen?
Maar nee, God openbaart ons zaken om ons een dieper inzicht te geven en
voorwaarts te treken in vertrouwen en toewijding aan onze Meester. Zelfs als de
dood ons te wachten staat. Jezus kon hier niet blijven in deze heerlijke
toestand, Hij moest dieper vernederd worden om Petrus, en allen die met hem
Jezus liefhebben, te kunnen verheerlijken.

Dan daalt een luchtige wolk op
hen neer en klinkt een stem: ‘Deze is Mijn
geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb; hoort Hem!’
Het is de
stem van God de Vader, dezelfde stem die gehoord werd aan het water van de
Jordaan toen Jezus werd gedoopt. Hier ontvangen de discipelen de bevestiging
van hun belijdenis die ze even geleden hebben gegeven. Petrus heeft gezegd: ‘Gij zijt de Christus de Zoon des Levende
Gods.’
Nu klinkt de stem van de Levende God; ‘Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik Mijn welbehagen heb.’ Hoe
groot is onze God! Hoe heerlijk is Zijn Naam en hoe vol liefde is Zijn
ontferming.

Was het niet Mozes die in de
wolk geweest was en van wie het aangezicht blonk toen Hij van de Sinaï
afdaalde? Was het niet Gods stem die geklonken had vanuit de wolk. Ja het was
Mozes die als de mond van God de volgende heerlijke profetie had uitgesproken: ‘Een Profeet zal Ik hun verwekken uit het
midden hunner broederen, als u; en Ik zal Mijn woorden in Zijn mond geven, en
Hij zal tot hen spreken alles, wat Ik Hem gebieden zal. En het zal geschieden,
de man, die niet zal horen naar Mijn woorden, die Hij in Mijn Naam zal spreken,
van dien zal Ik het zoeken, Deut. 18:18,19.’
Hier vielen Petrus, Jakobus en
Johannes op de grond in de aanwezigheid van hun Meester Die Niemand minder is
dan de Profeet die hen beloofd was, hier waren zij met de Christus, de Zoon van
de Levende God en horen zij vanuit de wolk de stem van God de Vader: ‘Hoort Hem!’ Opdat vervult zou worden dat
wat van Mozes was geprofeteerd.

Petrus, Jakobus en Johannes
liggen op de grond als Jezus hen aanraakt en toespreekt: ‘Sta op en vreest niet.’ Als ze dan hun hoofden opheffen, zien ze
niemand dan Jezus alleen. Is er een mooier beeld te schetsen? Wie van ons ooit
in werkelijkheid niemand anders gezien heeft dan Jezus alleen, weet dat Hij
meer dan alles waard is. Alleen met Jezus te zijn, en dan als het ware de echo
te horen, ‘sta op en vreest niet.’
Nee, Jezus is niet gekomen om te verderven, Hij is niet gekomen om te
veroordelen, Hij is niet gekomen om te doden maar om onze schuld en zonden, vrees
en pijn weg te nemen. Hij heeft vrijwillig de angst, de pijn, en de schuld van
onze zonden op Zich genomen. Zie dan toch op Jezus, hoor dan Zijn stem: ‘Sta op en vrees niet.’

Terwijl ze de berg afdalen,
zegt Jezus hen dat ze niet over deze dingen mogen spreken totdat Hij uit de
dood zal zijn opgestaan. Uit de woorden van Markus 9 kunnen we opmaken dat ze
nog steeds niet begrepen dat Jezus hier sprak over Zijn opstaan uit de dood. Ze
vragen Hem hoe het zit met Elia die toch eerst zou komen volgens de Profetie
van Maleachi. Waarop Jezus hen wijst dat de beloofde Elia niemand minder was
dan Johannes de Doper die in dezelfde geest als Elia opriep tot bekering. Net
zoals Johannes is gevangengenomen en gedood zo zal ook de Zoon des mensen
moeten lijden en sterven.

Vrienden wat is het Woord van
God toch rijk, wat is het heerlijk om het te onderzoeken, het te overdenken en
het in ons leven tot grootste schat te verkiezen. Jezus is Heere! Zijn Naam is
enkel Majesteit. Hij heeft alles volbracht en allen die Hem volgen in het
geloof, worden opgeroepen getuigen te zijn van Zijn heerlijkheid. Sluiten we af
met het heerlijke getuigenis van Petrus: ‘Want
wij zijn geen kunstelijk verdichte fabelen nagevolgd, als wij u bekend gemaakt
hebben de kracht en toekomst van onzen Heere Jezus Christus, maar wij zijn
aanschouwers geweest van Zijn majesteit. Want Hij heeft van God den Vader eer
en heerlijkheid ontvangen, als zodanig een stem van de hoogwaardige
heerlijkheid tot Hem gebracht werd: Deze is Mijn geliefde Zoon, in Denwelken Ik
Mijn welbehagen heb. En deze stem hebben wij gehoord, als zij van de hemel
gebracht is geweest, toen wij met Hem op den heiligen berg waren, 2 Petr.
1:16-18.’
Amen, Hallelujah. 

Wilco Vos Veenendaal 18-02-2019