Volg ons op YouTube

Woorden van Jezus – Vader wil niet dat één van deze kleinen verloren gaan

‘Ziet toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg
ulieden, dat hun engelen, in de hemelen, altijd zien het aangezicht Mijns
Vaders, Die in de hemelen is. Want de Zoon des mensen is gekomen om zalig te
maken, dat verloren was. Wat dunkt u, indien enig mens honderd schapen had, en
een uit dezelve afgedwaald ware, zal hij niet de negen en negentig laten, en op
de bergen heengaande, het afgedwaalde zoeken? En indien het geschiedt, dat hij
hetzelve vindt, voorwaar zeg Ik u, dat hij zich meer verblijdt over hetzelve,
dan over de negen en negentig, die niet afgedwaald zijn geweest. Alzo is de wil
niet, uws Vaders, Die in de hemelen is, dat een van deze kleinen verloren ga,
Matth. 18:10-14.’

Dat de Heere Jezus Christus
naar deze aarde gekomen is, bewijst ons de bijzondere liefde van God. Hij kwam
om zondaren zalig te maken, Hij is gekomen om als de Profeet, de Priester en de
Koning het Koninkrijk der hemelen te bevestigen. Zijn woorden, wonderen en
werken roepen ons op om onszelf te bekeren tot God en door het geloof in de
Heere Jezus Christus als kinderen van God de Vader te wandelen. Nog een kleine
tijd en Christus, Die Zijn leven gaf als het Lam Gods, zal komen als de Koning
der koningen, dan zal Zijn Koninkrijk met haar gerechtigheid heel de wereld
vervullen.

Vandaag is het de tijd om
zondaren bekend te maken met de boodschap van het Koninkrijk, vandaag worden
jong en oud opgeroepen te worden als een kind en te geloven en te vertrouwen
dat het bloed van Jezus Christus ons reinigt van al onze zonden. Door dat
eenvoudige vertrouwen, worden onze zonden verzoend, worden wij wedergeboren en
ontvangen de Heilige Geest, Die ons zal leren te wandelen zoals Jezus gewandeld
heeft. Wee diegene die de voortgang van dit Koninkrijk met haar uitbreiding
verhindert. Wee diegene die één van deze kleinen die in Jezus geloven ergert,
het zou beter zijn dat een molensteen aan zijn of haar nek werd gehangen en in
de zee geworpen (Matth. 18:6).

Alles wat een aanstoot of
ergernis is in het komen tot Christus of in het kinderlijk vertrouwen in God de
Vader wordt door de Heere Jezus bestraft en zou door al Zijn knechten bestraft
moeten worden. Wij zouden ons steeds bewust moeten zijn van de ergernissen en
de aanstootgevende zaken die de voortgang van het Koninkrijk der hemelen in de
weg staan. Laten wij ervoor waken om geen aanstoot te geven of een van deze
kleine te ergeren. Denk aan Paulus woorden in Romeinen 14: ‘Het is goed geen vlees te eten, noch wijn te drinken, noch iets,
waaraan uw broeder zich stoot, of geërgerd wordt, of waarin hij zwak is, vers
21.’
Als een tot geloof gekomen man of vrouw geworsteld heeft met drank,
dan heeft de sterkgelovige rekening te houden met de zwakkere opdat de zwakke
niet geërgerd wordt of ons gedrag een struikelblok wordt waardoor de zwakke
terug valt in oude patronen. Het kan ook zijn dat de zwakgelovige, drank
koppelt aan zonden of vlees aan afgoderij zoals dat in de tijd van Paulus een
onderwerp van gesprek was. De sterk gelovig is gericht op het winnen van zielen
voor Jezus en wordt opgeroepen om de drank en het vlees te laten staan indien
dit een struikelblok is of kan worden. De liefde van de sterkgelovige tot Jezus
en zijn naasten is sterker dan de liefde tot drank en of vlees. Als aanvulling
op dit onderwerp nog de woorden van Paulus aan de gemeente van Korinthe: ‘Want zo iemand u, die de kennis hebt, ziet
in der afgoden tempel aanzitten, zal het geweten deszelven, die zwak is, niet
gestijfd worden, om te eten de dingen, die den afgoden geofferd zijn? En zal de
broeder, die zwak is, door uw kennis verloren gaan, om welken Christus
gestorven is? Doch gijlieden, alzo tegen de broeders zondigende, en hun zwak
geweten kwetsende, zondigt tegen Christus. Daarom, indien de spijs mijn broeder
ergert, zo zal ik in eeuwigheid geen vlees eten, opdat ik mijn broeder niet
ergere, 1 Kor.8:10-13.’
Paulus neemt hier een heel sterk voorbeeld, niet
een voorbeeld dat hij aanprijst maar als illustratie om zijn onderwerp extra te
bekrachtigen. De sterkgelovige kan alle voedsel eten en is niet bang dat het
misschien besmet is door afgoden maar omwille van hen die in hun geweten waarde
hechten aan de afgoden, ook al is deze negatief, zou de sterk gelovige het
vlees moeten laten staan om zijn broeder of zuster te behouden. In hoofdstuk 10
legt Paulus de nadruk op het vlieden van de afgodendienst waaruit we kunnen
opmaken dat het voorgaande voorbeeld geen goedkeuring geeft over het aanzitten
aan een afgodische maaltijd of in een tempel van afgoden. ‘Daarom, mijn geliefden, vliedt van den afgodendienst… Wat zeg ik
dan? Dat een afgod iets is, of dat het afgodenoffer iets is? Ja, ik zeg, dat
hetgeen de heidenen offeren, zij den duivelen offeren, en niet Gode; en ik wil
niet, dat gij met de duivelen gemeenschap hebt, 1 Kor. 10:14, 19-20.’

Na deze ernstige waarschuwing
van de Heere Jezus om niet één kleine te ergeren, blijkt Zijn tedere zorg voor
hen ook uit de volgende woorden: ‘Ziet
toe, dat gij niet een van deze kleinen veracht. Want Ik zeg ulieden, dat hun
engelen, in de hemelen, altijd zien het aangezicht Mijns Vaders, Die in de
hemelen is.’
Laat niemand van ons met minachting neerkijken op de kleine
kinderen. Zij hebben onze liefdevolle zorg nodig. Moeten wij niet vaak tot de
conclusie komen dat er een bijzondere bescherming rondom de jong spelende
kinderen moet zijn? Hier hebben we de verklaring, zij genieten een bijzondere
zegen, namelijk die van een engelenwacht rondom hen. Wat een troost voor ons
moet het zijn om te beseffen dat God de Vader engelen uitzendt als gedienstige
geesten (Hebr. 1:14) die onze kinderen beschermen. Engelen die het aangezicht
van God de Vader zien en op Zijn bevel alles doen wat tot zegen van onze
kinderen dient. Net als de kleine kinderen, geniet iedere gelovige deze zegen,
en wee hen die een aanstoot of ergernis vormen voor deze kleinen, zij kunnen er
zeker van zijn dat zij strijden tegen en engelenmacht die nooit te overwinnen
is. O Glorie aan God onze Vader, Glorie aan Jezus Christus onze Zaligmaker en
Glorie aan de Heilige Geest Die ons de vreugde van deze heerlijke zaken doet
genieten. ‘Want de Zoon des mensen is
gekomen om zalig te maken, dat verloren was.’
Zo God voor ons is, wie zal
dan tegen ons zijn? Jezus is gekomen om te zoeken en zalig te maken dat
verloren was, Hij is de goede Herder Die net als iedere goede herder op zoek
gaat naar dat ene schaap dat verloren is en wanneer de herder het schaap vindt,
dan is er grote vreugde, ja meer vreugde over dat ene gevonden schaap dat
verloren was dan over al die anderen die niet zijn afgedwaald. Zo weten wij dat
er in de hemel, vreugde is over één zondaar die zich bekeert (Luk 15:7). ‘Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in
de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem
zou behouden worden, Joh. 3:17.’

Jezus heeft gezegd: ‘Alzo is de wil niet, uws Vaders, Die in de
hemelen is, dat een van deze kleinen verloren ga.’
Kijk om u heen en zie de
kleine kinderen, laat tederheid uw hart vervullen en hoor de echo van Jezus
woorden: ‘Vader wil niet dat één van deze
kleine verloren gaan.’
Breng de kinderen dan tot Jezus, onderwijst hen over
wie Hij is en laat hen zich veilig voelen als het schaapje dat zich geliefd
weet van de goede herder. Jezus is de goede Herder. Iedere jongen of meisje,
man of vrouw dat verlangt naar vrede met God en zichzelf overgeeft in de handen
van de Goede Herder mag zich veilig weten, omringt en beschermt door engelen en
wetend dat Vader niet wil dat zij verloren gaan.

God heeft gezegd: ‘Het verlorene zal Ik zoeken, en het
weggedrevene zal Ik wederbrengen, en het gebrokene zal Ik verbinden, en het
kranke zal Ik sterken; maar het vette en het sterke zal Ik verdelgen, Ik zal ze
weiden met oordeel, Ezech. 34:16.’
Kom vrienden, God is nog Dezelfde, Hij
hoort de stem van allen die tot Hem roepen. Hoe dwaas uw keuzes ook geweest
zijn, hoe afkerig u ook van God en Zijn gebod geweest bent, hoor de woorden van
Jesaja die spraken van Jezus de Goede Herder: ‘Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar zijn
weg; doch de HEERE heeft onzer aller ongerechtigheid op Hem doen aanlopen, Jes.
53:6.’
Ja; ‘Hij zal Zijn kudde weiden
gelijk een herder; Hij zal de lammeren in Zijn armen vergaderen, en in Zijn
schoot dragen; de zogenden zal Hij zachtjes leiden, Jes. 40:11.’

Jezus sprak: ‘Ik ben de goede Herder; de goede herder
stelt zijn leven voor de schapen, Joh. 10:11.’
Om onze ongerechtigheid
moest Hij de dood in, Hij is opgestaan om ons het leven te geven, hebt goede
moed, Jezus leeft en allen die Hem aanroepen zullen zalig worden (Rom. 10).
Hoor wat Hij zegt: ‘Vreest niet, gij klein
kuddeken, want het is uws Vaders welbehagen, ulieden het Koninkrijk te geven,
Luk 12:32.’
Laat niemand van ons zichzelf buitensluiten, laat niets u
verhinderen of ergeren om bij Jezus te schuilen, laat Zijn liefde u vervullen
met dankbaarheid, verwondering en aanbidding, roept Hem aan en laat Zijn genade
u verzoenen met Vader, verblijdt u in de Heere.

Broeders en zusters in onze
geliefde Heiland, verblijdt u en weest waakzaam, heb oog voor het verlorene en
brengt de kinderen tot Jezus. Zoek de eenheid te bewaren en wees met elkaar
alert op dat wat een ergernis of aanstoot kan zijn die anderen kunnen
verhinderen om in te gaan in het Koninkrijk der hemelen. Laat de liefde van
Christus onze vreugde zijn, Hij komt, ja Zijn Koninkrijk kome. Amen.
Hallelujah.

Wilco Vos Veenendaal 12-03-2019