Volg ons op YouTube

Zelfverzekerd

‘Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft, Filip. 4:13.’

Het zelfverzekerde karakter moeten we niet verwarren met het arrogante, hoogmoedige karakter. Er is een levensgroot verschil tussen deze beide karakters terwijl ze toch zo op elkaar kunnen lijken. Een arrogant persoon is een persoon waar je liever niet mee om wilt gaan, terwijl de omgang met een zelfverzekerd persoon juist heel prettig kan zijn. Hoogmoedige mensen kijken laag neer op een ander en willen graag dat de mensen tegen hem of haar opkijken en doen wat zij graag willen, terwijl vaak diep vanbinnen, een grote onzekerheid heerst. De zelfverzekerde heeft daar geen last van. Terwijl de zelfverzekerde een open houding heeft, ontspannen loopt en vriendelijk kijkt, is het de arrogante die met de kin omhoog kritisch en neerbuigend kijkt naar de ander vanuit een gesloten houding. Hoewel we deze beide karakters dagelijks tegen komen, willen wij onszelf vandaag bezighouden met het zelfverzekerde karakter dat haar zelfverzekerdheid niet put uit eigen ervaring, kennis en inzicht, maar uit Christus de Bron van Zaligheid, leven en liefde.

Een zelfverzekerd persoon moeten we dus niet koppelen aan arrogantie en hoogmoed. Ik geloof dat dit ten onrechte wel veel gebeurd en dat dat ook één van de redenen is waardoor er zoveel onzekere mensen zijn. Kinderen en volwassenen kunnen worden afgestraft als ze zeker overkomen omdat hun zekerheid botst met de onzekerheid van de ander. Wat jammer dat er zoveel kinderen en volwassenen zijn die onzeker zijn, tot het schuwe toe, als gevolg van opvoeding en leefomgeving. Als kinderen het gevoel krijgen nooit iets goed te doen, omdat de lat te hoog gelegd wordt, waardoor zij falen, of omdat zij in het oog van ouder of omgeving alles verkeerd doen, dan zullen zij uiteindelijk onzeker worden. Deze onzekere kinderen kunnen vervallen tot depressiviteit of kunnen een arrogante overlevingsstrategie ontwikkelen.

Nu we de overstap willen maken naar de geestelijke werkelijkheid, is het goed om te beseffen dat juist deze onzekere mensen, vol met verkeerde negatieve gedachten over zichzelf en anderen, veel moeite hebben met het vertrouwen en geloven. Zelf heb ik als kind een compleet verkeerd zelfbeeld ontwikkeld, het gevoel gekregen er niet toe te doen en te veel te zijn op deze aarde. Ondanks het feit dat mijn ouders mij in liefde hebben opgevoed, heeft mijn sociale leefomgeving ervoor gezorgd dat ik een hekel kreeg aan mijzelf en is het geloof ontstaan dat niemand mij lief kon hebben. Als onze sociale wereld een wereld van angst, leugen, bedrog en arrogante hypocrisie is, dan valt het niet mee om te geloven dat er ook nog een kant van, vrede, eerlijkheid, waarheid en vaste zekerheid is. Als je eenmaal gelooft dat je er niet toe doet en je niets meer bent dan een stuk vuil, dan valt het niet mee om te geloven dat er een God in de hemel is Die van je houdt en niet wil dat je verloren gaat.

Lieve vrienden, wat een vreugde als dwars door de duisternis van deze onzeker liefdeloosheid het Licht van het Evangelie breekt en de Liefde van God deze hopeloze zondaar trekt tot aan de voet van het kruis. Zelf ben ik opgevoed met het beeld dat God een verterend vuur is en een gloed bij wie niemand wonen kan, dat God in Zijn verkiezende genade de één aanneemt en de ander verloren laat gaan. Dat wij God wel kunnen zoeken en liefhebben, maar als God ons niet zoekt en liefheeft dan gaan we verloren. Als je dan ook nog eens een negatief zelfbeeld hebt met een overlevingsmasker dat zich uit als een grote lolbroek vol zondige grappen en lege woorden, dan is het duivelse plaatje compleet. Want hoe zal zo’n zondige prutser ooit een kind van God kunnen worden? Daarbij kwam dat er veel gesproken werd over zonde, zondekennis en de zekerheid van de hel, terwijl de liefde van God in het schenken van Zijn Zoon, Zijn ontfermende genade en onbevattelijke goedheid, onder een deken van duisternis gehuld lag.

Lieve vrienden, als je jezelf herkent in dit verhaal, wees dan niet verbaasd als je karakter niet zelfverzekerd is, maar twijfelachtig, misschien wel arrogant en hoogmoedig. Ik wil je wijzen op de Bron van alle leven. Er is hoop, want Jezus leeft! Hij, de volmaakte, volzalige Zoon van God, is gekomen naar deze aarde om te zoeken en zalig te maken dat wat verloren is. Hij is gekomen om dode zondaren te verlossen uit deze diepe ellende en het eeuwig leven te geven. In Hem zien we het zelfverzekerde karakter dat zich uitte in het leven in een volledige overgave aan Zijn Vader en het zichzelf wegschenken voor de ander. In Hem zien we wat geloof en vertrouwen is, tegelijk is Hij voor ons de Bron van geloof en vertrouwen. Vrienden, wij hoeven onze angsten, onzekerheden, zonden en schuldgevoelens niet te verstoppen voor de Almachtige God. Hij weet alles, ziet alles, hoort alles en kent precies de overleggingen van ons hart. Hij weet veel beter hoe slecht en zondig wij zijn als dat wij dat zelf ooit zullen kunnen beseffen. Hij weet dat zo goed, dat Hij geen andere weg zag tot herstel dan in het schenken van Zijn eigen Zoon. Christus, Jezus, de lang beloofde Messias moest komen, Hij heeft ons het Vaderhart bekend gemaakt en heeft ons verteld dat Hij gekomen is als de genadegift van God, opdat wij in Hem het leven zouden vinden. Hoor maar wat Hij sprak: ‘Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe. Want God heeft Zijn Zoon niet gezonden in de wereld, opdat Hij de wereld veroordelen zou, maar opdat de wereld door Hem zou behouden worden. Die in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld, maar die niet gelooft, is alrede veroordeeld, dewijl hij niet heeft geloofd in den Naam des eniggeboren Zoons van God, Joh. 3:16-18.’

Vrienden, buigen voor God is de enige weg tot herstel. Schuilen achter Jezus, rusten in Zijn volbrachte werk aan het vloekhout op Golgotha, geeft ons een eeuwige toegang tot God onze Vader. Vrienden, Jezus alleen is onze hoop! Schuilend achter Hem mogen wij leren leven in de kracht van Zijn opstanding, waarbij wij zullen ervaren dat de Heilige Geest ons vernieuwt naar het beeld van Jezus. God Zelf vernieuwt ons karakter tot eer en glorie van Zijn lieve Naam.

Alle onzekerheid vloeit weg in die oceaan van liefde, trouw en goedheid. Al onze hoogmoed moet wel verbleken bij het zien op zoveel liefde tegenover zoveel ontrouw. Het zien op Zijn verzoenende genade, ons geschonken uit enkel goedheid en ontvangen door het geloof, maakt ons week, nietig en klein, vol liefde, aanbidding en verwondering. Zie, zie dan toch het Lam van God en laat Zijn liefde en volmaakte gehoorzaamheid ons leiden tot gehoorzame onderwerping in een liefdevolle overgave tot eer van Zijn Naam.

“Maar” zegt de duivel, “je kunt wel zeggen God lief te hebben, maar wie zegt dat Hij jouw lief heeft?” Met alle vrijmoedigheid zeggen we: ‘Hierin is de liefde, niet dat wij God liefgehad hebben, maar dat Hij ons lief heeft gehad, en Zijn Zoon gezonden heeft tot een verzoening voor onze zonden. Ja; Wij hebben Hem lief, omdat Hij ons eerst liefgehad heeft, 1 Joh. 4:10,19.’ “Ja maar, je kunt nooit zekere weten dat Hij ook jou liefheeft.” “Wel duivel, 1 Johannes 2:2 zegt: ‘En Hij is een verzoening voor onze zonden; en niet alleen voor de onze, maar ook voor de zonden der gehele wereld.’ “Ja maar, dat is de wereld van de uitverkorenen en daar hoor jij misschien niet bij.” “Duivel, jij bent volgens Gods Woord de leugenaar vanaf het begin, daarom weiger ik jou te geloven en kan ik niet anders dan God vertrouwen op Zijn Woord. Mijn hemelse Vader heeft mijn ogen geopend voor het heerlijke Evangelie: ‘Die in den Zoon van God gelooft, heeft de getuigenis in zichzelven; die God niet gelooft, heeft Hem tot een leugenaar gemaakt, dewijl hij niet geloofd heeft de getuigenis, die God getuigd heeft van Zijn Zoon, 1 Joh. 5:10.’ Ik kan God niet langer wantrouwen, ik geloof wat Hij zegt en daarin vind ik het leven.” “Ik zou maar niet zo zeker zijn, want er zijn genoeg mensen die in twijfel trekken wat je zegt.” “Daar geef ik niets om duivel; ‘Ik vertrouw op God, ik zal niet vrezen; wat zou mij de mens doen? Ps. 56:12.” “Dat kun je nu wel zeggen, maar als alle mensen tegen je in gaan, dan kun je het nog weleens zwaar krijgen, je zult tegen een muur oplopen.” “Maar duivel, dan vertrouw ik met David op mijn God en zeg: ‘Want met U loop ik door een bende, en met mijn God spring ik over een muur, Ps. 18:30.’ Ik weet dat ik in eigen kracht niets kan en daarom volg ik mijn lieve Heiland, Hij heeft gezegd: ‘Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij kunt gij niets doen, Joh. 15:5.’ Met Paulus wil ik zeggen: ‘Ik vermag alle dingen door Christus, Die mij kracht geeft, Filip. 4:13.’ De Bron van mijn kracht is niet in mijzelf maar in Christus. Zelfs al ben ik zwak, dan mag ik met Paulus vertrouwen op de woorden van mijn Heiland: ‘Mijn genade is u genoeg; want Mijn kracht wordt in zwakheid volbracht, 2Kor. 12:19.’ Ja duivel, al zou je heel de wereld tegen mij opzetten, dan blijf ik kracht putten uit deze woorden van God: ‘Maar in dit alles zijn wij meer dan overwinnaars, door Hem, Die ons liefgehad heeft. Want ik ben verzekerd, dat noch dood, noch leven, noch engelen, noch overheden, noch machten, noch tegenwoordige, noch toekomende dingen, Noch hoogte, noch diepte, noch enig ander schepsel ons zal kunnen scheiden van de liefde Gods, welke is in Christus Jezus, onzen Heere. Rom. 8:37-39.’ En zelfs al ontdek ik dat mijn karakter nog zoveel vernieuwt moet worden, wil ik niet zien op mijzelf maar op Christus die mij liefheeft en in mij Zijn beeld hersteld. ‘Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft, Gal. 2:20.’ En duivel, jouw toekomst is in de poel van vuur en sulfer, want mijn Heiland is de grote Overwinnaar. Hallelujah, amen.